Even afkicken
Maandagochtend kwam ik als eerste aan op kantoor. Buiten schemerde het nog, dus knipte ik gauw de lichten aan. Geeuwend startte ik mijn computer op. Die leek het wat moeilijk te hebben, zo net na de vakantie: al snorrend deed hij er wel erg lang over om op gang te komen. Aangezien ik voor het eerst in een week tijd ver voor negen uur was opgestaan, kon ik me indenken hoe het apparaat zich voelde. Tsja. Na de vakantie moet je toch even opnieuw in dat werkritme komen.
Thuis was het afkicken van de kerstvakantie op zaterdag al begonnen. We propten de ballen, sterren en slingers in een oude verhuisdoos, borgen het kerststalletje op en brachten de kerstboom – die inmiddels flink wat verdorde takken had – naar de vuilstort. Ik had de hele zondag nodig om te wennen aan de lege hoek in de woonkamer, waar de boom sinds 6 december had staan schitteren.
En nu moet ik dus weer wennen aan het geluid van een wekker en het lege kantoor in de ochtend. Aan het feit dat ik niet tot elf uur in bed mag liggen lezen. En aan het gebrek aan avonden gevuld met gourmetpannetjes, Top 2000-muziek en sterretjesvuurwerk. Gelukkig druppelde het kantoor al snel vol met fijne collega's, en konden we ons weer concentreren op mooie boeken en verhalen. Die factoren zorgen er vast voor dat het afkicken zo gepiept is. En zo niet? Dan ga ik in de avond stiekem even spelen met mijn overgebleven sterretjesvuurwerk, terwijl ik luister naar Radio 2. Of gewoon weer gourmetten. Afkicken kan immers ook met mate.
Anouk Abels
Hoofdredacteur Boekenkrant
anouk@boekenkrant.com