Op naar de chocoladefabriek
Afgelopen weekend was ik in Londen met mijn musicalgroep om te genieten van al het moois dat The West End te bieden heeft. Op avond één zagen we Miss Saigon; op avond twee gingen we naar Charlie and the Chocolate Factory. Van tevoren was ik wat sceptisch: zou dit een kindermusical van K3-niveau zijn? En zou de avond dan wel de moeite waard worden? Ik kon toen nog niet weten dat ik een van de leukste musicals ooit zou bekijken.
Deze ongelofelijk mooie bewerking van het verhaal van Dahl bood schitterende decors en kostuums, heerlijke liedjes en bizarre special effects. Zo zagen we voor onze ogen hoe Violet Beauregarde in een enorme bosbes veranderde, en hoe Charlie en Willy Wonka een echte vlucht maakten met hun glazen lift.
Maar het allerleukste was toch wel Wonka zelf. Ik heb nooit beseft hoe bizar dat personage is. Aan de ene kant is hij een kinderheld die de meest fantastische snoepcreaties bedenkt; aan de andere kant is hij niets minder dan een psychopaat. Er is toch iets mis met je als je vijf kinderen op je werkplek uitnodigt en niet ingrijpt wanneer vier van je minderjarige gasten gemarteld en verminkt worden. Toch is Wonka een held voor mij. Ik vind het heerlijk onvoorspelbaar dat hij geen good guy of bad guy is. Ik hou van zijn sarcastische opmerkingen en zijn grenzeloze fantasie. En tsja: een man die chocolade maakt, is voor mij onweerstaanbaar.
Anouk Abels
Hoofdredacteur Boekenkrant
anouk@boekenkrant.com