Schrijvers in het wild
Dat je in het Ambassade Hotel in Amsterdam bekende schrijvers tegenkomt, is niet zo’n verrassing. Als een buitenlandse auteur naar Nederland komt om zijn boek te promoten, zal hij negen van de tien keer in dat hotel aan de Herengracht verblijven. Zo zat ik daar onlangs nog aan tafel met Jonathan Safran Foer, om over zijn nieuwe boek Het klimaat zijn wij te praten (daarover meer in de Boekenkrant van november!).
Op vakantie verwacht je echter niet om schrijvers tegen het lijf te lopen. Afgelopen zomer bracht ik een bezoek aan Genua, de wervelende havenstad aan de Italiaanse Riviera. Ik kende dit middeleeuwse doolhof van steegjes onder andere uit Ilja Leonard Pfeiffer’s roman La Superba en zijn zomercolumns in het NRC, waarin hij verslag doet over de eigenzinnige bewoners en verhit uitziende toeristen. Eenmaal opgeklommen naar het oude centrum, gingen we op zoek naar een hoognodige kop koffie. Bij het eerste pleintje met cafés dat we tegenkwamen wilden we gaan zitten, maar wie zat daar naast het enige vrije tafeltje? Juist. Ilja Leonard Pfeiffer, inclusief driedelig pak.
We zijn maar even verder gelopen. We hoefden niet zo graag in zijn volgende column op te duiken.
Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant
mirjam@uhb.nl