Littekens
Op een regenachtige middag stond ik rustig te lezen op het perron, toen een ongeduldige spoormedewerker mij aan de kant duwde en ervoor zorgde dat mijn bijna ongerepte editie van Life of Pi in een modderig plasje water viel. Met mijn ogen wijd opengesperd dook ik naar de grond, raapte het vodderige buideltje bladzijdes op, en probeerde zo goed en zo kwaad als het kon de schade te beperken door het boek in de punten van mijn jas te wikkelen.
Het is elke keer hetzelfde liedje: zodra er een vouw in een kaft ontstaat of een druppeltje chocolademelk op een pagina landt, breekt in mijn hoofd paniek uit. Moord! Brand! Mijn boek is verpest! Het duurt dan ook weken, zo niet maanden, voordat de toegebrachte schade voor mij geen doorn in het oog meer is.
Toch is het gek dat ik altijd zo overstuur raak van de deuken en scheuren in mijn boekenverzameling. Iedere vouw en elk vlekje bewijst namelijk dat het boek in kwestie meer is dan een ongelezen baksteen in mijn boekenkast. Zo staat Life of Pi inmiddels al jaren gerimpeld te wezen tussen mijn andere Engelse romans. Elke keer als ik naar de met bruine vlekken bespatte zijkant kijk, weet ik nog precies hoe het was om in dit boek bezig te zijn. Om die conducteur niet aan te zien komen die dag, omdat ik het verhaal niet weg kon leggen. En hoe ik zelfs verder bleef lezen nadat ik de roman uit het plasje gevist had. Het boek leefde voor mij, die middag op dat perron. En de littekens die erop achterbleven, zijn daar tot op de dag van vandaag het bewijs van.
Anouk Abels
Hoofdredacteur Boekenkrant
anouk@boekenkrant.com