Televisieherinnering
Mijn dierbaarste televisieherinneringen zijn verbonden aan de zaterdagochtend. Als kind sloop ik naar beneden om Telekids te kijken, met als favoriete programmaonderdelen Pittige Tijden en de Mega Blubber Power Race. In mijn gedachten was de studio waar het programma werd opgenomen een soort huiskamer waar Carlo en Irene ook de rest van de week verbleven.
Deze illusie werd tenietgedaan toen Telekids stopte, maar ook toen ik voor het eerst op het Media Park was. Ik stond voor de deur bij de talkshow JENSEN, waar op dat moment mijn favoriete band te gast was. Los van de vraag of we last minute nog naar binnen mochten, was ik vooral verbaasd over hoe het epicentrum van de Nederlandse televisie eruitzag: als elk willekeurig industrieterrein. Mijn idee van glitter, glamour en showbizztrappen was direct vervlogen.
Vorige week was ik er weer even terug in Hilversum voor een interview met programmamaker Arnout Hauben. Op de terugweg kwam ik midden in een groep scholieren terecht die net het Instituut voor Beeld en Geluid hadden bezocht. Vertwijfeld vroegen zij zich af: ‘Wie kijkt er nu nog televisie? Iedereen heeft toch internet?’ De oplossing kwam van een medeleerling, waardoor mijn herinneringen nog oubolliger leken. ‘Er zijn ook mensen die heel afgelegen wonen en geen internetsignaal hebben, voor hen worden er nog televisieprogramma’s gemaakt.’
Nicole van der Elst
Hoofdredacteur Boekenkrant
nicole@boekenkrant.com