Het ware gezicht van Amerika

In De ondergrondse spoorweg geeft Colson Whitehead een ontnuchterende kijk op het Amerikaanse slavernijverleden. De roman leverde hem niet alleen lof van Obama en Oprah op, hij werd ook bekroond met de National Book Award.

In een interview met de Volkskrant vertelde Whitehead dat hij als kind voor het eerst over ‘de ondergrondse spoorweg’ hoorde. In zijn hoofd vormde zich direct een beeld van een wirwar van sporen. Pas later realiseerde hij zich dat de term niets met treinen te maken had. De uitdrukking staat namelijk voor een netwerk van mensen die probeerden om slaven naar het noorden van de Verenigde Staten te loodsen.
In zijn roman keert Whitehead terug naar de betekenis die hij als kind aan de ondergrondse spoorweg gaf: hij voert letterlijk een ondergronds spoorstelsel op dat gevluchte slaven in veiligheid brengt. Als lezer zie je de spoorweg in werking door de ogen van de jonge Cora. Zij ontsnapt van een katoenplantage in Georgia en probeert noordwaarts te reizen, haar vrijheid tegemoet.
Een stationschef voorspelt aan het begin van het boek dat de ondergrondse spoorweg Cora zal laten kennismaken met het ware gezicht van Amerika. Deze voorspelling is niet alleen een wijze raad aan de hoofdpersoon, het vat ook goed samen wat je als lezer van De ondergrondse spoorweg kunt verwachten. Niet alleen krijg je een beeld van hoe de slavernij in staten als South Carolina, Tennessee en Indiana gesteund of verworpen werd; het ware gezicht van Amerika wordt vooral duidelijk door de volledigheid waarmee Whitehead het verhaal van zijn personages vertelt.
Je maakt een groot deel mee vanuit het gezichtspunt van Cora, maar Whitehead onderbreekt haar vertelperspectief ook met hoofdstukken over andere personages. Vaak zijn dit personen die je al eerder bent tegenkomen in het boek: de dokter die Cora heeft onderzocht bij een gezondheidsonderzoek, de slavenvanger die naar haar op zoek is, of haar moeder Mabel. Zij hebben allemaal hun eigen verhaal, dat wordt gekenmerkt door een rotsvast geloof in hun handelen. Whitehead veroordeelt niemand, maar laat je zelf een mening vormen. Het gevolg is dat je soms sympathie voelt voor de ergste bruut in het verhaal.

Naast deze invalshoek springt vooral het taalgebruik van Whitehead in het oog. Door delen van het verhaal te vertellen vanuit het perspectief van een alwetende verteller, lijkt er altijd een zekere afstand te bestaan tot de gruwelijke gebeurtenissen die hij beschrijft. Dit betekent echter niet dat de dingen die Cora meemaakt je koud laten. Haar blijdschap na een geslaagde vlucht naar North Carolina slaat bijvoorbeeld razendsnel om zodra ze ziet wat er met andere gevluchte slaven is gebeurd. ‘De lijken hingen als rottende versierselen aan de bomen. Sommige waren naakt, andere gedeeltelijk gekleed, met een broek die zwart was waar de darmen waren leeggelopen toen de nek brak […] In wat voor hel had de trein haar afgezet?’ Ondanks zijn afstandelijke schrijfstijl schroomt Whitehead dus niet om de gruwelijkheden die Cora op haar tocht tegenkomt in detail te beschrijven.

Met De ondergrondse spoorweg toont Whitehead dus niet alleen de vele gezichten van Amerika, hij laat ook zien waar hij als schrijver toe in staat is. Zo weet hij op geheel eigen wijze een zwarte bladzijde uit de geschiedenis opnieuw in te kleuren.

Beeld: Madeline Whitehead

Boekgegevens

Colson Whitehead, De ondergrondse spoorweg, vertaling: Harm Damsma en Niek Miedema, Uitgeverij Atlas Contact (€ 21,99)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2017

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven