Memorabel
Een boek kun je niet beoordelen op zijn cover, maar wel op zijn eerste zin. Na het lezen van vele ingezonden manuscripten tijdens een stage bij een uitgeverij, wist ik vaak na de beginzin al of het een duidelijke ‘nee’ was of een ‘misschien’. Het manuscript dat begon met ‘Ik werd badend in het zweet wakker’ belandde dan ook linea recta op de ‘nee’-stapel. Goede eerste zinnen kunnen heel memorabel zijn. Zo kan ik die van Virginia Woolfs bekendste roman nog steeds uit mijn hoofd opzeggen – ‘Mrs. Dalloway said she would buy the flowers herself’ – en heb ik ooit het eerste dagboek van Hendrik Groen gekocht na het lezen van de eerste zin: ‘Ik hou ook komend jaar niet van bejaarden.’
Een aantal weken geleden zijn wij gestart met een schrijfwedstrijd voor korte verhalen. Een van de dingen waar wij op letten bij het beoordelen van de inzendingen, zijn de beginzin en de slotzin. Bij korte verhalen in het bijzonder is die laatste van groot belang: deze moet een echte uitsmijter zijn. Dat is een belangrijke les die ik heb geleerd tijdens mijn opleiding aan de VertalersVakschool. Bij het vertalen van korte verhalen verdienen die zinnen altijd extra aandacht: ze moeten staan als een huis. Zo hebben we eens een hele avond gediscussieerd over de laatste woorden van een verhaal van Luigi Pirandello: ‘e buonanotte’. Twee ogenschijnlijk simpele woorden, die echter niet alleen een letterlijke uitsmijter van het verhaal zijn, maar er ook meerdere symbolische lagen van blootleggen. Vertaal je die simpelweg met ‘en welterusten’, en het verhaal zal niemand lang bijblijven. En dat terwijl het over een wandelende dode gaat.
Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant
mirjam@boekenkrant.com