Voetbal en prentenboeken
Deze week is het een jaar geleden dat ik terugkwam uit Dublin. Ik woonde vier maanden in de Ierse hoofdstad en werkte daar als oppas voor drie lieve, flink ondeugende kinderen. Na schooltijd brachten wij iedere middag samen door en vulden we onze tijd zo veel mogelijk met buitenspelen. Dat betekende steevast voetballen. In onze achtertuin of in een park in de buurt holden we uren en uren achter een bal aan.
Op de zeldzame momenten dat de kinderen genoeg hadden van het rennen vertrokken we naar binnen. We pakten de kleurboeken erbij of we speelden kwartet met een heus Jip-en-Jannekekaartspel. Heel af en toe, wanneer ze zelfs daarop uitgekeken raakten, vroegen de kinderen me of ik ze een verhaaltje wilde voorlezen. Dat deed ik natuurlijk met liefde. Uit de boekenkast kozen we dan een prentenboek over een klein verlegen muisje dat op haar eerste schooldag verstoppertje speelt met haar klasgenootjes. We kropen samen op de bank en lachten om het grappige verhaal en de schattige illustraties.
Nu, een jaar later, krijg ik op de redactie van de Boekenkrant allerlei gloednieuwe prentenboeken in mijn handen. Vaak zijn ze versierd met net zulke aandoenlijke illustraties als het boek over het kleine muisje. Bij ieder prentenboek denk ik dan ook gelijk terug aan die gezellige voorleesmiddagen in Ierland.
Linda Albers
Redacteur Boekenkrant
linda@boekenkrant.com