Je grootste angst
Soms is een boekverfilming zo steengoed dat je niet kunt wachten om ook het boek te lezen. Als je dat nog niet van tevoren gedaan had, natuurlijk. Zo heb ik afgelopen weekend zowel gegruweld als genoten van It, de nieuwste Stephen King-verfilming die momenteel in de bioscoop draait. Je kent het vast wel – dat verhaal met die moordzuchtige clown, die de vorm aanneemt van je ergste angst.
Aangezien de meeste horrorfilms vandaag de dag niks anders doen dan je een hoedje laten schrikken, was ik blij verrast om er weer eens een te zien die me tot nadenken stemde. Want waar ben je nu echt bang voor? Als peuter vond ik Ernie uit Sesamstraat heel eng. Toen ik een jaar of tien was, zette ik het in onze gang altijd op een drafje, omdat ik doodsbang was voor het schilderij dat daar hing van mijn verder onschuldige overgrootopa. Dit soort angsten overwin je uiteindelijk vanzelf. Goed, als ik na het zien van een film over een moordclown door het donker fiets krijg ik nog steeds een unheimisch gevoel, maar die angst voelt lang niet zo echt aan als vroeger. Andere, meer realistische dingen, zoals het verlies van een geliefde of, in mindere mate, het maken van een grote fout op je werk nemen die plek in.
Maar It doet nog iets. De film doet je nadenken over manieren om die angsten – hoe groot of klein ze ook zijn – te overwinnen. Door samen te werken. Door lief te hebben. En door simpelweg te leven. Het is een verrassend positieve boodschap voor een horrorverhaal. Nu moet ik alleen het boek nog lezen…
Anouk Abels
Hoofdredacteur Boekenkrant
anouk@boekenkrant.com