Tenue de ville
‘Wat is tenue de ville?’ vroeg ik. Aan de schaapachtige blik in de ogen van mijn normaliter zeer intelligente collega te zien waren er meer mensen op kantoor die nog nooit van deze Franse term hadden gehoord. Gisteren ontving ik een uitnodiging voor een boekpresentatie waar zowel Koning Willem-Alexander als Prinses Beatrix bij aanwezig zouden zijn. Hoe bereid je je voor op zo’n koninklijke gelegenheid? Volgens de mail van de RVD was het simpel: trek de juiste outfit aan.
Gehuld in een sjiek en knalrood jurkje zat ik vanochtend in de trein naar Amsterdam. Toen ik besloot nog één keer op internet te controleren of ik wel de juiste beslissing had gemaakt, liet ik van schrik mijn telefoon uit mijn hand vallen. Op een website over kledingsvoorschriften las ik dat felle kleuren bij tenue de ville uit den boze waren. Er was nu niets meer aan te doen – ik zou straks als een soort ruimtewezen uit de toon vallen, en misschien niet eens het Paleis op de Dam worden binnengelaten.
Het was pas toen ik de opvallende blauwe rok van de dame van de RVD zag, dat ik weer rustig kon ademhalen: zelfs de Rijksvoorlichtingsdienst had felgekleurde kleding aangetrokken. Ik mocht naar binnen, en voordat ik het wist stond ik vijf meter verwijderd van Prinses Beatrix jus d’orange te drinken. Na de boekpresentatie en de borrel mocht ik het paleis via de rode loper verlaten. En mijn jurk? Die kleurde daar bijzonder goed bij. Tenue de ville of niet.
Anouk Abels
Hoofdredacteur Boekenkrant
anouk@boekenkrant.com