Sneeuwpret
Het kan je niet zijn ontgaan: het grootste deel van ons land is bedenkt door een prachtige laag sneeuw. Toen ik zondagmorgen de deur uitstapte kon ik de glimlach niet van mijn gezicht aftoveren. Mijn beste vriendin en ik besloten ontbijt te halen bij de lokale supermarkt, zo’n tien minuten lopen. De sfeer was zo goed op straat. Iedereen begroete elkaar, zelfs onze chagrijnige buurvrouw zwaaide vrolijk terug. Het was even vergeten dat er een dodelijk virus om de hoek schuilt.
Toen we met onze croissantjes en vers fruit terugliepen, werden we bekogeld door drie jongetjes. Wij riepen: ‘Kom dan!’, wat leidde tot een intens sneeuwballengevecht. Ik werd overvallen door een gevoel van nostalgie: wat heb ik dit gemist.
Eenmaal thuis aangekomen konden we eindelijk onze – inmiddels zompige – broodjes eten onder het genot van de gedichten van Wallace Stevens. Om de beurt lazen we beide een stukje voor terwijl de ander aan het eten was.
For the listener, who listens in the snow, / And, nothing himself, beholds /
Nothing that is not there and the nothing that is.
Iza de Bruin
Stagiair Boekenkrant
iza@uhb.nl