Verhalen als subtiel zingende Sirenen

Beproevingen is raadselachtig. Geen blurb en alleen een korte, zakelijke verantwoording achterin met een lijst van publicaties. De mooie voor- en achterkant tonen twee foto’s: op de achterkant kuiert de dichter (?) eenzaam door een besneeuwd landschap, met een Scandinavisch aandoende ijsmuts op het hoofd en het viaduct van een snelweg op de achtergrond. Wat de voorkant voorstelt, blijft me een raadsel.

De inhoud is al even mysterieus. We lezen geen verhaal, of verhalen, maar in wezen ook geen dichtbundel. Beproevingen bevat een reeks korte teksten waarvan de regeleindes niet bewust lijken te zijn aangebracht, teksten waarin weinig technische middelen zijn ingezet (assonantie, alliteratie, metrum, middenrijm etc.) en die ook te weinig geconcentreerd lijken om poëzie te zijn. Lijken. Want proza is het ook niet. Daarvoor zijn de miniwerelden van de tekstjes te obscuur en te schetsmatig. Het licht dat over de pagina’s schijnt, heeft een onalledaagse gloed, als in een arthousefilm. ‘De lichtbak op een hijskraan vervangt de maan, het logo op de lichtbak bootst een maanzee na,’ lezen we in de eerste tekst – als een onscherp camerabeeld in een ijskoude avond, of nacht, waarin iemand door een stad fietst. ‘Kon ik maar iemand ter verantwoording roepen, maar ik ben alleen, aangewezen op mezelf en mijn eigen onnozele autoriteit.’

Met een schijnbare achteloosheid verteld lokken de ultrakorte verhalen – ik noem het voorlopig toch verhalen – als subtiel zingende Sirenen. Overal is de verteller out of place, een buitenstaander in zijn eigen wereld. Her en der deelt hij een concreet weetje, zoals de ontdekking van Paaseiland, op Eerste Paasdag 1722, door Jacob Roggeveen. Het reisprogramma meldt dat Paaseiland ondanks veertigduizend toeristen per jaar ‘redelijk authentiek’ is gebleven, ‘kinderen gaan namelijk nog te paard naar school’.

Buiten soms wat concrete kennis of informatie blijft het bij observaties, gedachtes en routineuze handelingen. Emotie sijpelt tussen de regels door en komt pas langzaam naar voren bij herlezing. Wie Beproevingen leest met speciale aandacht voor de binnenwereld van de verteller, zal daarom merken dat het juist een bij uitstek gevoelige reeks verhalen is. En het zijn verhalen waar de poëzie weliswaar niet van de pagina’s af spat, omdat de poëzie niet een talige, technische vorm heeft. De poëzie schuilt in wat niet is gezegd, wat tussen de regels door te zien is, waarbij je de regels bijna als de spijlen van een gevangenisraam kunt zien met het personage erachter.
Soms is zijn emotie explicieter. In de opeenvolging van de verhalen duikt dan een prachtig plaatje op: ‘Terwijl ik mijn huis verlaat en inbegrepen word in de openbare ruimte, toon ik met een glimlach dat ik weet waar ik ben. Ik zou een vreemde willen omhelzen om hem niet in de ogen te hoeven kijken.’

Beproevingen lijkt dus hoe langer hoe meer het passieve leven van een grotendeels zwijgend personage te zijn dat de schoonheid en de vervreemding van de wereld om hem heen zoekt, voornamelijk in dingen die zo klein zijn dat ze bijna iedereen ontgaan. De vertellingen zijn kort maar traag, de actie is bijna nihil. Associatief zie ik de beelden voor me, de beelden die concreet zijn beschreven tenminste, in een Requiem for a dream-achtige melancholie. Ja, ik ben eruit: Beproevingen is een in losse scenes verteld filmscript.

Beproevingen

Boekgegevens

Jan-Willem Anker, Beproevingen, Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN 978 90 295 8778 5 (€ 18,95)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2013.

 

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven