Wist je dat je van het lezen van poëzie beter wordt in taal? Dat komt omdat dichters vaak spelen met taal. Zo leer je dat woorden soms hele verschillende dingen kunnen betekenen.
Dichters vertellen in hun gedichten vaak over wat ze voelen, maar dat doen ze niet letterlijk. Daardoor kun je hun poëzie op verschillende manieren uitleggen. Je kunt als lezer zelf invullen wat de precieze betekenis is van een gedicht. Dan is het net alsof het over jou gaat. Zo kan een gedicht je troosten als je droevig bent, of precies beschrijven hoe jij je voelt als je verliefd bent.
Grote zaken en alledaagse dingen
Vakantieregen
Nog boordevol met slaap getik van regen
op het doek
ach nee, denk ik
terwijl ik grommend mijn horloge zoek
ah mooi, denk ik en ik plof terug
pas negen over drie
de regen op het tentdoek wordt een
inslaapmelodie
De gedichten van Mieke van Hooft in Het vonkt in mij gaan over ‘grote’ gevoelens en gebeurtenissen: onzekerheid en volwassen worden, verliefdheid, dood gaan. Maar in dit boek vind je ook poëzie over kleine, alledaagse dingen, zoals de slappe lach, vakantie, handgeschreven brieven en snelle sms’jes. Kortom: gedichten waarin je je vast herkent.
Gedichten om over na te denken
Ooit nooit niets
ik weet wat warm is
en wat koud is
wat zoet is en wat zout is
ik weet wat liefs is
en wat stout is
wat goed is
en wat fout is
maar wat is nul en wat is niets
wanneer is ooit wanneer is nooit
en waar is nergens
dat moet ik nog bedenken
ik denk nooit aan niets
want als ik dat probeer
denk ik stiekem toch aan iets
ooit ben ik met denken klaar
dan weet ik alles
van nul en niets en nergens
dan ben ik een wetenaar
Hans en Monique Hagen hebben al heel veel dichtbundels geschreven. In Nooit denk ik aan niets staan gedichten die gemaakt zijn naar aanleiding van vragen die iedereen zichzelf weleens stelt. Over bang, boos of blij zijn. Over liefde, dood en leven. De gedichten zijn een beetje filosofisch: poëzie om over na te denken. De illustraties zijn van Charlotte Dematons. Zij stopt altijd grapjes en kleine verhaaltjes in haar tekeningen. Er valt in dit boek dus ook heel veel te zien!
Gedichten over de dood
Als je nou eens
Als je nou eens niet kon sterven,
zou je dan op zwemles gaan?
Van de hoge duikplank duiken?
Zeilen zonder zwemvest aan?
Op de hoogste bergen klimmen?
Op de smalste richels staan?
Langs de diepste kloven lopen?
Was daar dan nog wel wat aan?
Als je nou eens niet kon sterven,
was vakantie dan nog fijn?
Zou je je nog steeds verheugen
op dat reisje met de trein?
Zou je van het strand genieten?
Van de zee, de zonneschijn?
Van de ijsjes, van de frieten?
Zou je dan gelukkig zijn?
In de gedichtenbundel Doodgewoon van Bette Westera staan 46 gedichten die allemaal over de dood gaan. Misschien vind je dat een moeilijk onderwerp. Maar doodgaan hoort bij het leven; het is ‘doodgewoon’. Je hebt er zelf vast ook wel eens mee te maken gehad. Omdat je opa of je oma is overleden, of de kat. De gedichten in Doodgewoon zijn soms droevig, maar er valt ook best wat te lachen. Bette Westera geeft soms namelijk een hele onverwachte draai aan een gedicht, waardoor je vanzelf in de lach schiet. Sylvia Weve heeft prachtige tekeningen gemaakt bij de gedichten. Bette Westera en Sylvia Weve kregen voor dit boek de Woutertje Pieterse Prijs 2015, een belangrijke prijs voor kinderboeken. Terecht, want Doodgewoon is een heel bijzondere bundel die je troost en laat lachen bij verdrietige gevoelens en gedachten.
Wil je meer weten over poëzie? Kijk dan eens op poeziepaleis.nl
Boekgegevens
- Mieke van Hooft, met illustraties van Lonneke Leever, Het vonkt in mij, Uitgeverij Clavis, ISBN 978 90 448 2342 4 (€ 19,95)
- Hans & Monique Hagen en Charlotte Dematons, Nooit denk ik aan niets, Uitgeverij: Querido Kinderboek, ISBN 978 90 451 1761 4 (€ 15,99)
- Bette Westera en Sylvia Weve, Doodgewoon, Uitgeverij Gottmer, ISBN 978 90 257 5668 0 (€ 25,95)
Deze bespreking verscheen eerder in BKJunior, editie juli 2015
