Leven met poëzie

Op een verse maandagochtend spreek ik Ingmar Heytze over zijn bundel De man die ophield te bestaan. De Utrechtse dichter werd twee jaar geleden vader. Het ouderschap heeft hem, soms midden in de nacht, poëzie opgeleverd. Een gesprek met een trotse en gelukkige vader, maar bovenal: een rasdichter.

Je bundel heet De man die ophield te bestaan. Ben je zelf die man, of is het een personage?
‘Dat is een personage dat ik van mijzelf heb gemaakt. Gedichten staan vaak in de ik-vorm. Als je een letterenstudie volgt, leer je meteen dat die ‘ik’ de schrijver niet is. Maar tegelijkertijd is dat hem ook wel. ‘Toen ik hoorde dat ik vader werd, dacht ik: dat kan ik helemaal niet. Ik ben geen gedoodverfde vader – mijn vriendin heeft twee jaar lang op me ingepraat voordat ik om was. Nu het zover is blijkt dat ik gelijk had in al mijn bezwaren, maar dat zij gelijk had in haar onstilbare verlangen een kind te krijgen. Dat verlangen is uiteindelijk het belangrijkste.’

Heeft het vaderschap je dichten veranderd?
‘In de eerste weken dat we wisten dat mijn vriendin zwanger was, werd ik steeds om een uur of vier ‘s nachts wakker en dan had ik drie gedichten tegelijk in mijn hoofd. Dit had ik lang niet gehad: ik begon heel romantisch met dichten en later werd het een soort ambacht. Wat op zich niet slecht is. Die woeste bevlogenheid slijt een beetje. Dat is ook goed: ik ben nu vijfenveertig, ik leef niet meer als een student. Dat heb ik best lang volgehouden, maar dat wordt een beetje zielig.’

In je verantwoording schrijf je dat het gedicht ‘Dochter’ verwijst naar een gedicht van Ellen Deckwitz: “Maar hij wilde het zo graag dus ik kuste hem,/[…] Mijn rug jeukte, ik dacht/nu komen vast mijn vleugels door.”
‘De hoofdpersoon in het gedicht van Ellen verricht een goede daad. Het lijkt erop alsof deze persoon iemand een kus geeft: “maar hij wilde het zo graag”. Het is geen allesverzengende kus, maar eerder: nou vooruit, een kus. Zodat je achteraf denkt: dit was best lief van me, “nu komen vast mijn vleugels door.” ‘In mijn kringen is het gebruikelijk om een gezond wantrouwen te koesteren jegens makelaars. Wij zeggen meestal: “als je een makelaar een hand hebt gegeven, moet je daarna je vingers natellen.” Ik dacht: dat kun je ook doen als je een schouderklopje krijgt. Daarom is
de laatste strofe van mijn gedicht ‘Dochter’: “Ten slotte: doe de dingen/ waar je goed in bent en tel bij/ elke schouderklop je vleugels na.” Een schouderklop is vaak oprecht gemeend, maar er zijn ook schouderklopjes van mensen die je eigenlijk proberen in te pikken. Alsof zij door jouw succes te benoemen er deel van gaan uitmaken.’

Het gedicht ‘Enteren’ is mede tot stand gekomen met behulp van een publiek. Kun je hier iets meer over vertellen?
‘Het idee ontstond tijdens een samenwerking met Ralph Meulenbroeks, die viola da gamba speelt. Een onderdeel van ons gezamenlijke optreden was een soloconcert van Ralph, dat ongeveer twintig minuten duurde. Voordat hij begon te spelen vroeg ik het publiek om een aantal woorden, om daar tijdens zijn concert een gedicht van te maken. Zo gaf ik het publiek een kijkje in de keuken van de dichter. Meestal thematiseerde ik de woorden meer, maar in dit geval was ik bezig met een gedicht waar ik tevreden over was, waardoor de woorden als een soort gevonden voorwerpen in het gedicht terechtkwamen.’

Wat is je wens voor de toekomst?
‘Ik streef naar een betere balans tussen leven en werk. Mijn leven heeft op zijn kop gestaan de afgelopen twee jaar. Ik voel me altijd zo’n trut als ik dat zeg, want ten eerste: ik was er zelf bij toen ik een kind maakte, en ten tweede: is het nou echt zo zwaar? Nou ja, het is wel even wennen. Ik merk nu dat het leven praktisch is op te ruimen. Je kunt de dingen die je zelf wilde on hold zetten en wegdoen. Als je een gezin krijgt, moet je zoveel mogelijk tijd, energie en rust overhouden voor je kind. En je kind maakt alles ook licht, zodat je van al die dingen die je zo vreselijk belangrijk vond afscheid kunt nemen, omdat ze minder belangrijk zijn. Als er iets is wat ik wil, is het doorgaan met schrijven. Nu de eerste schrik van het vaderschap eraf is en ik de boel aardig op de rit begin te krijgen is het ook tijd voor iets nieuws. Ik wil al heel lang richting proza. Ik kan natuurlijk zoveel willen, maar een roman schrijven, dat lijkt me een mooie wens voor de toekomst.’

Foto: Linelle Deunk

De man die ophield te bestaan

Boekgegevens

Ingmar Heytze, De man die ophield te bestaan, Uitgeverij Podium, ISBN 978 90 575 9698 8 (€ 16,50)

Dinterview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie april 2015

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven