Knausgårds petitie tegen zijn vader

De Noorse schrijver Karl Ove Knausgård staat bekend als literaire rockster. Als je zijn foto ziet snap je een beetje waarom. Toch is het vooral het buitengewone literaire talent van deze auteur dat zelfs de meest serieuze lezers heeft doen veranderen in hysterische fans. De Boekenkrant sprak de schrijver toen hij onlangs Nederland aandeed en kwam erachter dat zijn Mijn Strijd-reeks dan wel de waarheid beschrijft, maar niet de héle waarheid.

Knausgård lezen is Knausgård zíjn, zo meeslepend beschrijft hij in de Mijn Strijd-boeken zijn eigen leven. Maar we moeten gedwongen afkicken; het onlangs verschenen Vrouw is aangekondigd als het zesde en laatste deel van de reeks. Met meer dan duizend pagina’s is het veruit het dikste deel. ‘Dat had ik niet van tevoren zo gepland,’ vertelt Knausgård. ‘Ik wilde de serie gewoon goed afronden. Dit laatste boek bevat onder andere passages die ik voor de eerdere delen als ongeschikt had bestempeld. Daardoor is het een harder boek geworden dan de rest.’
Vrouw bevat – in tegenstelling tot de eerdere vijf boeken – ook honderden pagina’s aan essays. Hoe werd hierop gereageerd? ‘Ik lees nooit recensies, dus ik heb er weinig van meegekregen, maar ik weet wel dat het essay over Hitler niet bij iedereen goed is ontvangen. Waarschijnlijk omdat ik Hitler als mens beschrijf, niet als monster. Dat was nogal controversieel.’

Belangrijk onderwerp in Vrouw is verder de impact die de Mijn Strijd-reeks heeft op het gezin van Knausgård. Zo is er een scène waarin een volslagen vreemde het gezin aanspreekt, en – tot hun verbazing – de kinderen bij naam blijkt te kennen. Voor de auteur zit er dan niets anders op dan ze te vertellen dat ze voorkomen in de boeken die hun vader schrijft. Hoe staan de kinderen daar nu tegenover? ‘Het is een deel van hun leven, maar ik denk niet dat ze de hele reikwijdte ervan al overzien. Hoewel, dat zal niet lang meer duren. De oudste is nu twaalf. Ik heb er gemengde gevoelens over, maar het is niet anders; ze moeten ermee leren leven. Gelukkig zien veel mensen dat ik met liefde over mijn kinderen schijf. Ik hoop dat ze dat er uiteindelijk ook uithalen.’
Knausgårds angst voor zijn eigen – tirannieke – vader is het belangrijkste thema van Mijn Strijd. Zelfs toen hij al volwassen was, ging hij nog lang onder die angst gebukt. Was het schrijven zijn therapie? ‘Nee, schrijven gaat over boeken maken, over literair onderzoeken. Wel was het schrijfproces helend. De boeken zijn het portret van een arm, klein mannetje dat domme dingen doet, maar door het schrijven kon ik daar betekenis aan geven, er iets aan toevoegen. En dat wil ik: dat mijn leven betekenis heeft.’ Was het niet pijnlijk om terug te gaan naar bepaalde herinneringen? ‘Niet echt. Eigenlijk vind ik het nu alleen nog pijnlijk als het gaat om andere mensen. Soms vraag ik me af waarom ik bepaalde dingen over ze heb geschreven.’

Als kind moest Knausgård zijn daden wegen op een goudschaaltje. Vanwege de angst voor zijn vaders reactie moest hij zich altijd maar afvragen wat goed gedrag was en wat slecht. Komt daar zijn vermogen om zo totaal eerlijk naar zichzelf te kunnen kijken vandaan? ‘Tja, dat zou kunnen, dat is moeilijk te zeggen. Ik weet wel dat mijn neiging om mensen te pleasen, om me altijd maar druk te maken over wat een ander vindt, een erfenis is van mijn vader. Vooral in Vrouw heb ik echter geprobeerd om te vertellen wat ik écht vind. Het boek is bijna een petitie tegen mijn vader.’
Knausgårds broer Yngve moest het vroeger thuis nog meer ontgelden dan hijzelf, zo beschrijft de auteur uitgebreid. Hoe het veel jongere halfzusje van de broers de vader ervaren heeft, komen we echter niet te weten; ook in Vrouw wordt ze niet eens bij naam genoemd. Hield Knausgård zich simpelweg nooit met zijn zusje bezig of was het een bewuste keuze om haar helemaal buiten beschouwing te laten? ‘Ja, dat was het,’ antwoordt de eerder nog zo breedsprakige schrijver kortaf. Maar waarom dan, vragen we ons af. Wilde zij soms niet dat hij over haar schreef? Knausgård geeft wederom een kort antwoord: ‘Inderdaad.’ Dus niet álles staat in de boeken?, proberen we nog. ‘Nee, inderdaad.’

Als we vragen of hij ooit nog een zevende deel van Mijn Strijd gaat schrijven, komt Knausgård gelukkig weer los. ‘Ik denk het wel,’ zegt hij, ‘maar pas over een hele tijd. Om het te doen moet ik het gevoel hebben dat ik niets te verliezen heb, en momenteel heb ik wel dingen te verliezen. Wie weet ga ik ervoor zitten als ik een jaar of 93 ben. Binnenkort verschijnt in Nederland wel Uit en Thuis, een briefwisseling met mijn vriend Fredrik. Hij zat in Brazilië tijdens het WK voetbal en ik zat thuis, en we schreven elkaar over voetbal, politiek, literatuur en ons leven. Het is allemaal heel vrolijk en simpel. Heel anders dan Mijn Strijd.’

In december 2061 wordt Karl Ove Knausgård 93 jaar. Mocht u het uitzingen tot, laten we zeggen, eind 2062, dan is de kans dus groot dat u het verschijnen van het zevende deel van Mijn Strijd in Nederland nog meemaakt. Het zal het wachten waarschijnlijk meer dan waard zijn.

Beeld: André Løyning

3 Cover Vrouw

Boekgegevens

Karl Ove Knausgård, Vrouw, vertaling: Marianne Molenaar, Uitgeverij De Geus, ISBN 978 90 445 3227 2 (€ 49,95)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie februari 2016

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven