Interview: Vlucht in verhalen

In Jij en ik is het werk van maar liefst negentien gerenommeerde jeugdboekenauteurs gebundeld. Een feestje voor iedere lezer, maar ook een boek met een boodschap voor iedereen: ‘Vluchtelingen, wees welkom!’ Vier schrijvers vertellen ons meer over hun (soms letterlijk) fantastische verhalen in een harde werkelijkheid.

Van een gedicht van Sjoerd Kuyper tot een verhaal dat zich in een toekomstige wereld afspeelt door Eva Moraal; en van een bijdrage die geheel bestaat uit mailtjes en WhatsApp-gesprekken van Carolien Ceton, tot een persoonlijke herinnering van Jan Terlouw aan ‘trekkers’ tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door wie en in welke vorm ze dan ook zijn opgeschreven, uiteindelijk gaan alle verhalen over vriendschap én vluchtelingen. En dat vluchtelingen, hoe anders ook, mensen zijn als jij en ik.

Hokjes en labels
‘Hokjesmanie,’ zo noemt Arienne Bolt het, die voor Jij en ik het verhaal ‘Als vogels’ schreef, over een vriendschap tussen een transjongen en een gevlucht meisje uit Syrië, die zich net als deze dieren niets aantrekken van grenzen. ‘Veel mensen vergeten schijnbaar, als ze groter worden, dat alle minderheden ook gewoon mensen zijn,’ licht Bolt toe. ‘We stoppen ze in hokjes als “vluchteling”, “allochtoon” of “transgender persoon”. Kinderen hebben die manier van denken nog niet. Laten we dat zo lang mogelijk zo houden.’ In haar verhaal is Huma zich dan ook nergens van bewust als ze kennismaakt met de Nederlandse Stern. ‘Ben je dan geen jongen?’ vraagt ze tot zijn grote blijdschap verbaasd als hij bang is dat ze het toch weet. Het leek hem net zo fijn eens iemand te ontmoeten die hem niet als meisje heeft gekend.
In het verhaal ‘Het Beloofde Land’ van Eva Moraal, dat zich op de maan afspeelt, staan vooroordelen de twee meisjes Mudder en Stral juist lange tijd in de weg. Stral is een aardvluchteling en roept de hulp van Mudder in, een maanbewoner, om te voorkomen dat ze samen met haar zieke moeder wordt teruggestuurd naar onze planeet, die aan ruzies en rampen ten onder ging. ‘Grappig genoeg merkte ik tijdens het schrijven dat mijn verhaal misschien wel letterlijk ver weg was van de aarde, maar tegelijkertijd ook helemaal niet,’ vertelt de young adult-schrijfster. ‘Want waar mensen zijn, spelen menselijke problemen. Met mijn verhaal wilde ik laten zien dat de plek niet uitmaakt, maar dat uiteindelijk de manier waarop mensen naar “de ander” kijken, het probleem is van de vluchtelingencrisis.’ Toch eindigt haar verhaal hoopvol. ‘Zodra Stral en Mudder door de omstandigheden worden gedwongen voorbij elkaars labels als “Grondloper” en “Sterrendanser” te kijken, zien ze dat ze helemaal niet zoveel verschillen. Dat ze allebei dezelfde angsten, maar ook dezelfde dromen hebben.’

Grootse dromen
Volgens Sjoerd Kuyper is het zo belangrijk dat de verhalen uit Jij en ik verteld worden, ‘omdat je alleen in literatuur in het hoofd van een ander kunt kijken. En alleen als je in het hoofd van een ander kunt kijken, weet je dat je niet de enige in de wereld bent met mooie dromen.’ In de bundel is het gedicht ‘Mensen met koffers’ van Kuyper opgenomen, dat hij al in 1994 schreef als titelsong voor de door hem geschreven televisieserie Zevenmijlskoffers, over vluchtelingen in Nederland, maar dat destijds op de plank bleef liggen.
Kinderboekenschrijfster Joyce Pool laat, net als Kuyper en Moraal, met haar verhaal over Jefke Vandermeulen zien dat de vluchtelingenproblematiek niet iets van de laatste jaren is, maar een probleem van alle tijden. ‘Ik wilde eigenlijk al heel lang een verhaal over de Eerste Wereldoorlog schrijven. De achtergrond van deze oorlog maakt goed mogelijk om in mijn verhaal niet alleen te laten zien dat vluchtelingen er vroeger ook al waren,’ legt Pool uit, ‘maar ook dat het niet uitmaakt of je te maken hebt met Westerse of niet-Westerse vluchtelingen. Het is bijna altijd lastig om een grote groep van buiten in je eigen wereldje op te nemen.’ Jefke Vandermeulen is een Vlaming die tijdens De Grote Oorlog in Friesland terechtkomt. Hoe erg zijn collega Douwe ook zijn best doet Jefke zich hier thuis te laten voelen, uiteindelijk voelt hij zich genoodzaakt mee te vechten voor de vrijheid van zijn eigen land. ‘Als ik Jefke was geweest, zou ik precies hetzelfde hebben gedaan. Lijdzaam zitten wachten past totaal niet bij mij,’ vertelt de schrijfster dapper.

De verhalen uit Jij en ik bieden geen kant-en-klare-oplossingen, maar geven een genuanceerde kijk op de vluchtelingenproblematiek en stemmen vooral hoopvol. Hoewel, als het aan Sjoerd Kuyper had gelegen, was er allang een oplossing geweest: ‘Een invasie van enge marsmannetjes. Maar dan blijkt dat ze naar de aarde zijn gekomen om lid te worden van de bibliotheek en boeken van Sjoerd Kuyper te lenen, want daar hebben ze veel goeds over gehoord. Ze brengen de boeken later netjes terug en dan is niemand nog bang voor ze maar… we zijn toch even samen bang geweest en sindsdien zijn we broeders en zusters. Amen.’

Boekgegevens

Negentien Lemniscaat-jeugdboekenauteurs, Jij en ik. Verhalen over vriendschap en vluchtelingen, Uitgeverij Lemniscaat, 248 pagina’s, ISBN 9789047710738 (€ 14,95)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant juli 2018.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven