Interview: Marcel Vaarmeijer

Foto: Marcel Vaarmeijer (c) Ineke Oostveen

Vier mogelijke levens
Marcel Vaarmeijer verweeft in zijn meest recente roman op een bijzondere manier het levensverhaal van zijn moeder. Aan de hand van haar vier grote liefdes onderzoekt hij daarin het leven dat zij met hen had kunnen hebben.

Door Nicole van der Elst

Zijn nieuwe roman Wolkenjager is niet het eerste boek dat is gebaseerd op het leven van Vaarmeijers moeder, want eerder verschenen al Voor wie ik heb liefgehad en Heelmeester. Hij vertelt dat het bij het schrijven van dit eerste boek, waarin zijn moeder aan de hand van dagboekfragmenten terugkijkt op haar leven voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, niet meteen duidelijk was dat het verhaal zou uitgroeien tot een serie. Dat idee begon vorm te krijgen toen hij nadacht over de vier belangrijke mannen in het leven van zijn moeder. ‘Wat als ze niet voor mijn vader had gekozen? Dan had ze een heel ander leven geleid en zich ook heel anders ontwikkeld,’ legt Vaarmeijer uit. Dit gegeven vertaalde hij naar een romanreeks, waarin Voor wie ik heb liefgehad wordt opgevolgd door vier spin-off delen waarin telkens een andere geliefde centraal staat. Bijzonder is dat in deze vier boeken niet Louise Veldman, het personage dat hij baseerde op zijn moeder, centraal staat, maar steeds een van de kinderen die voortkomt uit de desbetreffende relatie. In Wolkenjager is Louise getrouwd met Thomas Foster, een kapitein in het Amerikaanse leger. Dochter Eden is het hoofdpersonage en groeit op in de jaren zestig. Op jonge leeftijd wordt ze door haar oom en vader klaargestoomd om een invasie van de Russen af te slaan, omdat er volgens hen een grote roeping op haar leven rust. Haar vader leert Eden bijvoorbeeld om te overleven in de natuur, terwijl oom Fritz een kundig helikopter- en straaljagerpiloot van haar maakt. Eden gaat op haar achttiende bij de marine werken, waar ze piloot wordt. Haar moeder typeert haar als een held, maar Vaarmeijer legt uit wat haar drijft: ‘Ze wil het kwaad in de wereld bestrijden, maar ze wil dit doen zonder mensen pijn te doen. Een goed voorbeeld is dat ze het niet over haar hart kan verkrijgen om iemand dood te schieten, daarom mikt ze altijd op iemands armen of benen.’

Wat direct opvalt is de stijl van het boek. Grote thema’s als oorlog en racisme komen voorbij, maar deze worden voortdurend afgewisseld met de nodige humor. ‘Zo is het leven en ik kies er dan ook voor om feitelijke gebeurtenissen af te wisselen met meer humorvolle stukken. Ik kan niet zonder een lach in mijn boeken,’ vertelt Vaarmeijer. Hij gelooft dat lezers wel degelijk in staat zijn om door de luchtige stukken heen te kijken en daardoor ook oog hebben voor de serieuze thema’s in het boek. ‘Wanneer Eden bijvoorbeeld opmerkt dat de vader van een van haar bruine vrienden een prothese draagt, vindt ze het vreemd dat hij een wit kunstbeen heeft,’ geeft de auteur als voorbeeld. Of zoals ze het zelf verwoordt: ‘Een bruine soldaat moet een bruin been hebben.’ De wijze waarop ze dit probleem uiteindelijk oplost, is uiterst humoristisch, maar tegelijkertijd wordt hiermee ook het verschil tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Amerika aangestipt.

Als ik vraag of hij op de goede weg is om het levensverhaal van zijn moeder te vertellen, is de auteur duidelijk. ‘Voor nu is het goed, maar het verhaal van mijn moeder moet ook nog op een andere manier verteld worden.’ Vaarmeijer gaat hiervoor het laatste deel van de serie gebruiken, waarin hijzelf als het personage Oscar de relatie van zijn ouders beschrijft. Hij vergelijkt dit proces met iemand die aan de rand van een zwembad zit. ‘Eerst durf je alleen nog maar met een lichaamsdeel in het water, maar uiteindelijk ga je steeds een beetje verder. Eerst tot je knieën, daarna tot je middel, net zolang totdat je helemaal kopje onder bent.’ De auteur gelooft dat je nooit precies weet wanneer je er klaar voor bent om het verhaal van een van je ouders op te tekenen. Als voorbeeld noemt hij Alfred Birney, die dit met De tolk van Java pas op vijfenzestigjarige leeftijd kon, terwijl Murat Isik met Wees onzichtbaar deze stap al op veel eerder zette. ‘Er zijn genoeg feitelijke gebeurtenissen uit het leven van mijn moeder die ik zou kunnen vertellen, maar ik moet eerst goed op een rijtje hebben wat ik wel en niet wil delen. Sommige dingen houd ik liever voor mijzelf.’

Boekgegevens

Marcel Vaarmeijer, Wolkenjager, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, ISBN: 9789024582372, 332 pagina’s (€ 19,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant editie 5 november 2018.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven