Interview: Jón Kalman Stefánsson

De boeken van Jón Kalman Stefánsson zijn even grillig en adembenemend als de IJslandse natuur. Het verhaal van Ástadraait om grote thema’s als liefde en spijt, maar ook om de kleine dagelijkse beslommeringen. En dat alles gevangen in de poëtische stijl die de auteur typeert. 

‘Ik heb altijd de neiging om grote onderwerpen te behandelen,’ schrijft Jón Kalman Stefánsson me. ‘Voor mij zijn de thema’s niet zo groot als mensen ze maken. Ik praat net zo gemakkelijk over een kop thee als over de betekenis van het leven. Als ik met vrienden spreek over het werk van de grote dichter Hölderlin, kijk ik ondertussen een voetbalwedstrijd op televisie. Het zijn allemaal zaken die onderdeel uitmaken van ons bestaan, zo essentieel, zo vitaal en normaal, dat het niet meer dan logisch is om erover te schrijven. Er bestaat dan ook niets dat te klein of te groot is voor een roman. Het is als het universum zelf; het vangt alles tussen leven en dood.’ 

De symfonie van het leven
Twee grote thema’s komen alleen al tot uiting in de naam van hoofdpersoon Ásta. In de IJslandse literatuur is dit de naam van een bekend noodlottig personage, maar niet onbelangrijk: ‘Ást’ betekent ook liefde. Ásta leert de liefde kennen en raakt haar ook weer kwijt. Haar jeugd brengt ze door bij een pleegmoeder, omdat haar eigen ouders niet voor haar kunnen zorgen. Een markant figuur in de roman is haar vader, die na een ernstig ladderongeluk terugblikt op zijn leven. Hij is bedroefd haar jeugd gemist te hebben, maar de auteur benadrukt dat hij niet de enige is met dit soort gevoelens. ‘Veel van de personages in Het verhaal van Ástaworden achtervolgd door spijt. Op een cruciaal moment namen zij de verkeerde beslissing. Dat kleurde hun levens en wierp er een schaduw over.’
Stefánsson maakt er geen geheim van mensen diep te willen raken. Hij probeert zijn romans daarom te laten klinken als een symfonie. Al kan hij niet altijd bevatten wat een bepaalde tekst met mensen doet. ‘Literatuur overstijgt de schrijver. Er zit iets in wat we niet begrijpen, iets wat je slechts voelt of vermoedt, maar waar we nooit helemaal onze vinger op kunnen leggen. Het is net als met de liefde: je kunt het op zoveel manieren ervaren, maar nooit volledig doorgronden. Ik denk dat veel schrijvers zich niet realiseren wat hun woorden exact betekenen en welke betekenis tussen de regels doorsijpelt.’ 

De kracht van taal
Lezers tracht hij ook te raken met zijn poëtische stijl. Voor Stefánsson romans begon te schrijven, gaf hij drie dichtbundels uit. En dat merk je aan de prachtige taalvondsten die Het verhaal van Ástarijk is. Om er een paar te noemen: de vuurtoren doorklieft met zijn krachtige straal de duisternis, de branding is een schreeuw van de zeebodem, in het noorderlicht zie je dromen van God weerspiegeld en woorden zijn een beweging die voorkomt dat de lucht stagneert. ‘Poëzie laat de tijd soms stilstaan,’ aldus de schrijver. ‘Dat effect vind ik een van de doelen van een gedicht. Proza doet dit zelden, want je probeert daarin juist de tijd te vangen. Ik denk dat ik onbewust de techniek van het dichten toepas op het schrijven van een roman, want ik probeer daarin zowel tijd te vangen als te bevriezen. Dat is natuurlijk onmogelijk, maar als auteur moet je altijd streven naar het onmogelijke.’ Dit onhaalbare doel streeft hij overigens nog ouderwets na met pen en papier. ‘Door met de hand te schrijven voel ik de fysieke kracht van woorden. Bovendien schrijf ik snel, en dit remt me wat af.’  
Een ander element dat de stijl van Stefánsson kenmerkt is de nadrukkelijke aanwezigheid van de natuur. Personages worden geconfronteerd met het barre IJslandse klimaat en daardoor leer je ze extra goed kennen. ‘Het weer en de natuur zijn één en hetzelfde voor mij. Wat betreft het weer weet je nooit wat er gaat komen, vooral in de winter raak je overweldigd door de kracht ervan. De IJslandse natuur is als een levend wezen, je voelt het ademen. We moeten ons ervan bewust zijn dat we er niet boven of naast staan, maar er onderdeel van uitmaken,’ vindt Stefánsson. De schrijver geeft toe dat dat besef nog niet tot iedereen is doorgedrongen. ‘Als we zo doorgaan met het vernietigen van de natuur zal dat een slechte invloed op ons hebben. Alles wat je aanricht tegen de natuur doe je jezelf aan, of nog erger: je kinderen of familie.’ Met deze boodschap stipt hij op zijn eigen wijze ook het grote milieuvraagstuk van de huidige tijd aan. In een passage halverwege Het verhaal van Ástaproef je de zorg over het klimaat nog extra als er ‘hagelmuziek’ opklinkt: ‘Trekt de hagelbui over die nu op de aarde klettert – klaart hij op? En wie zal dat meemaken? Wie overleeft de duisternis die nu over de wereld trekt?’

Foto Jón Kalman Stefánsson: Einar Falur Ingólfsson

Boekgegevens

Jón Kalman Stefánsson, Het verhaal van Ásta,vertaling: Marcel Otten, Ambo|Anthos, 368 pagina’s (€ 22,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie 1 april 2019.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven