Interview Mirjam Oldenhave: ‘Dit is geen pamflet voor pleegouders’

Mirjam Oldenhave heeft al vele kinderboeken op haar naam staan, waaronder de alom geliefde Mees Kees-serie, maar na haar roman Alles goed en wel heeft ze naar eigen zeggen ook de smaak van de volwassenenliteratuur te pakken. In Weet ik veel schetst ze het portret van haar pleegdochter Esi, een zevenjarig meisje uit Ghana dat in Nederland aan haar lot was overgelaten.

Door Mirjam Mulder

Toen Esi bij de schrijfster in huis kwam wonen, was ze een ondoorgrondelijk meisje dat het liefst de hele dag met haar neus boven het scherm van haar Nintendo zat. Met behulp van grapjes, hun schattige hondje Ollie en een duidelijke set regels begonnen ze aan elkaar te wennen. Toen ontspon zich een bijzondere band. ‘Ik wist al snel: dit is een heel speciaal meisje,’ vertelt Oldenhave.

Geen romantische droom
Weet ik veel gaat op het eerste gezicht over een behoorlijk beladen thema waar niet erg veel over gepraat of geschreven wordt. Toch benadrukt Oldenhave dat dit boek niet bedoeld is om het pleegouderschap onder de aandacht te brengen. ‘Dat zou ik ook griezelig vinden hoor!’ zegt ze. ‘Want pleegouder zijn is niet iets waarvan je zomaar kunt denken: dat gaan we doen! Het is een hele grote beslissing. Dit boek is dus geen pamflet. Ik zou ook geen ambassadeur van het pleegouderschap willen zijn, daarvoor weet ik er nu te weinig van af.’
De beslissing om pleegouder te worden moet dus zorgvuldig overwogen worden. Toch had Oldenhave die al gemaakt toen ze nog maar een jaar of tien was. ‘Ik wilde het al toen ik nog helemaal niet wist wat het inhield. Dat kwam doordat mijn moeder een pleegkind was geweest. Dus het begon als een soort naïeve, romantische droom. Maar ik heb het wel altijd heel zeker geweten.’
Zoals de auteur in haar boek aanhaalt, hebben mensen vaak een vertekend beeld van het pleegouderschap voor ze eraan beginnen. ‘Het is net zoals wanneer je een puppy neemt. Van te voren denk je er vooral aan hoe lief hij is, maar als de hond er eenmaal is, moet je hem zindelijk maken en steeds mee uit wandelen nemen. Ja, de vergelijking is gevaarlijk hoor,’ lacht de schrijfster. ‘Wij hadden mazzel dat we pleegkinderen kregen die het fijn wilden hebben. Maar er zijn ook kinderen die zich op hun gemak voelen als er crisis is, en die gaan ze dan zoeken. Nou, dan zit je daar met je grote hart!’ Daarom is er gelukkig een cursus die je klaarstoomt voor het pleegouderschap. ‘Ik wil niet zeggen dat ze je daar proberen te ontmoedigen, maar de romantiek gaat er wel van af. En wie dan nog wil, maakt een kans.’

Een biografie met humor
Voor haar eerdere werk putte Oldenhave al vaak uit het notitieboekje waarin ze allerhande uitspraken opschrijft, maar Weet ik veel is haar eerste helemaal autobiografische boek. Al ziet zij het liever als een biografie, van Esi welteverstaan: ‘Ik wilde de camera helemaal op dat markante grietje gericht houden,’ vertelt ze. ‘Eigenlijk wilde ik mezelf erbuiten laten. Maar mijn functie als pleegouder was natuurlijk ook heel belangrijk in die periode, dus ik ontkwam er niet aan.’
Hoewel het verhaal inmiddels al zo’n zes à zeven jaar geleden plaatsvond, leest het heel levendig, alsof het net is gebeurd. ‘Ik heb in de tijd dat het speelde veel aantekeningen gemaakt. Als Esi iets grappigs had gezegd, zei ze zelf ook vaak: “Schrijf dan op!” Ze stond al model voor de hoofdpersoon in Alles goed en wel. Daardoor dacht ik: er zit nog veel meer in haar.’ Met opzet heeft Oldenhave haar aantekeningen een tijdje laten liggen. ‘Nu heb ik wat afstand. Als het allemaal nog heel pril is vind ik het moeilijk om te schrijven, want het is toch een soort dagboek.’
De auteur laat de verdrietige momenten in het verhaal niet achterwege. En toch is het geen zwaarmoedig boek. Frappant is juist dat je als lezer het ene moment zit te lachen en het andere haast moet huilen. Hoe ze dat voor elkaar krijgt? ‘Dat komt doordat Esi zo geestig is,’ zegt ze beslist. ‘Ze kon heel hard huilen en toch nog grapjes maken. Dus ik kon er niet omheen, dat ging automatisch. Je moet wel heel droog zijn om een biografie over Esi te schrijven zonder humor, want dan heb je haar niet te pakken. Dat was ook onze klik, daarin vonden we elkaar. Daarnaast vind ik het ook gewoon belangrijk om niet al te ernstig te worden.’
Tijdens het schrijfproces liet ze het verhaal steeds om de drie hoofdstukken aan haar pleegdochter lezen, die nog steeds onder haar vleugels is. ‘Dat vond ze fantastisch,’ zegt Oldenhave. ‘Ze las het als ik erbij was, dat vond ik prettiger. Ze moest er vaak heel hard om lachen. Ook zat ze erg op de feiten, dan zei ze bijvoorbeeld: “Ik at geen brood maar een cracker.” Dat moest ik dan weer veranderen. Maar ze is vooral heel trots.’

Beeld: Ruud Pos

Boekgegevens

Mirjam Oldenhave, Weet ik veel. Belevenissen van een pleegmoeder, Uitgeverij Ambo|Anthos, 144 pagina’s (€ 15,00)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie 4 maart 2019.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven