Dagboek: tot het bittere einde

Tot het bittere einde is de Duitse evenknie van het dagboek van Anne Frank. Beide boeken zijn een persoonlijk relaas van dag tot dag, geschreven door twee gewone mensen die het onthutsende karakter van de Jodenvervolging in rake taal vastleggen.

Vanzelfsprekend richtten we ons in Nederland al die tijd op Anne Frank. Maar recent verscheen Tot het bittere einde weer in het Nederlands.

Victor Klemperer, een tot het protestantisme bekeerde jood, woont en werkt in Dresden als professor romanistiek aan de Technische Hochschule. Zijn leven lang houdt hij dagboeken bij. In deze uitgave zijn de notities tussen 1933 en 1945 verzameld.

Al op de tweede bladzijde (21 februari 1933) komt nazi-Duitsland ter sprake: ‘Sinds ongeveer drie weken neerslachtigheid vanwege het reactionaire bewind.’ Klemperer ziet de gevolgen in zijn slinkende collegezaal: de eerste mensen vluchten al. ‘Het is een schande die iedere dag erger wordt. En alles en iedereen houdt zich stil, kruipt in zijn schulp, het diepst de joden en hun democratische pers.’ Klemperer is nog het meest aangedaan ‘dat men zo volslagen blind tegenover de gebeurtenissen staat en niemand enig idee heeft van de ware machtsverhoudingen.’

De hand van de nazi’s knijpt steeds strakker om Duitse en vooral joodse kelen. Helder en zakelijk benoemt Klemperer de ontwikkelingen. Hij heeft een scherpe kijk op de werkelijkheid: direct na de brand in de Rijksdag ziet hij het vooropgezette, nazistische plan in plaats van de zogenaamde communistische misdaad.

[quote]PQ: ‘Ik heb altijd een dwangmiddel nodig om me – met ster – op straat te begeven.’[/quote]

Intussen wordt Klemperers eigen leven beperkt. Vanwege de Neurenbergse Rassenwetten wordt hij in 1935 ontslagen. Hij werkt aan een boek over Franse literatuur totdat voor joden ook abonnementen op media en toegang tot bibliotheken verboden is. Vanaf dan schrijft hij steeds meer in zijn dagboeken. Dankzij zijn huwelijk met een niet-joodse vrouw ontsnapt Klemperer aan deportatie, maar in 1940 moet Klemperer met zijn vrouw in een ‘jodenhuis’ wonen. Ze lijken er vrij, maar weten continu de ogen van de gestapo op zich gericht. Ze leven in angst en onzekerheid. Voor een minimaal vergrijp moet hij meer dan een week de cel in.

Precies en grondig documenteert Klemperer de pesterijen die hij moet ondergaan in een samenleving waar iedereen tegen joden is. Zo goed mogelijk probeert hij een gewoon leven te leiden. Maar hoe ziet dat er op, bijvoorbeeld, 1 maart 1941 uit? Het melkmeisje mag geen melk meer bij joden brengen, stortingen op de bank zijn gedecimeerd vanwege een ‘sociale heffing’ voor joden, de slager kan geen vlees verkopen met als smoes dat hij slecht bevoorraad is, een lange zoektocht naar eten elders levert niets behalve koolraap op en bij thuiskomst in de avondschemering is er politiecontrole. Klemperer sluit droog af: ‘Een dag uit mijn leven in het derde Rijk.’

Langzaam maar zeker verliest hij iets essentieels: hoop. Ook als de kansen keren, wanneer de Duitse troepen verliezen – die feiten blijken, hoe fel de propagandamachine ook tekeergaat, het volk toch te bereiken – kan hij niet hopen. Meerdere malen noteert hij in zijn dagboeken dat de westerse invasie in Normandië een succes is, dat de Engelse troepen vorderen, maar: ‘Ikzelf bleef heel koel, ik ben niet meer of nog niet in staat te hopen.’, en later: ‘We gissen, en ik kan niet hopen.’ Aan de andere kant zegt Klemperer al sinds de Duitse invasie van Polen zeker te zijn van een Duitse nederlaag.

Kan iemand, die schrijft dat hij niet eens meer een fatsoenlijke wandeling kan maken, wel hoop hebben? ‘Ik heb altijd een dwangmiddel nodig om me – met ster – op straat te begeven. Ik durf al heel lang niet meer voor een etalage te blijven staan, laat staan op een plek waar een krant is opgehangen.’

En dan: het apocalyptische bombardement op zijn thuisstad Dresden. Klemperer behoudt zelfs in dit (uitgebreide) verslag zijn zakelijke stijl, maar kan niet verhullen dat de ongekende vernietiging hem diep raakt. Hij en zijn vrouw overleven het bombardement en dankzij de chaos kunnen ze eindelijk ontsnappen. Wat volgt, is een maandenlange zoektocht naar veiligheid. Om Klemperer heen storten de resten van het derde Rijk ineen, geruchten over het einde van de oorlog worden heviger en extremer. Klemperer en zijn vrouw houden vol, zwerven maanden door Oost- en Zuid-Duitsland en komen uiteindelijk behouden thuis. Van de verschrikkingen in de concentratiekampen zou hij na deze dagboeken pas vernemen.

klemperer

Boekgegevens

Victor Klemperer, Tot het bittere einde, dagboek 1933-1945, Uitgeverij Olympus, ISBN 978 90 467 0390 8 (€ 29,95)

Eén gedachte over “Dagboek: tot het bittere einde

  1. interessant artikel, vooral de laatste zin: “Van de verschrikkingen in de concentratiekampen zou hij na deze dagboeken pas vernemen.” Veel Duiters zeggen dat ze niets wisten van massavernieting. Dat wordt over het algemeen niet geloofd. Dit artikel werpt nieuw op dit onderwerp, althans voor mij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven