Column Lex Jansen: Oud en nieuw: een ontmoeting met Martin Ros

Hoewel ik er toch al eerder geweest was, maakten de hallen van de Frankfurter Buchmesse ook dit keer een grote indruk op me. De kraam met ijs en wafels, naast de roltrap in Halle 4, verzoop haast in de enorme ruimte.

Het was mijn eerste jaar op de Messe als uitgever van De Arbeiderspers. Mijn secretaresse, Stien van Waardt, had het schema gemaakt en ik had afspraken met agenten, uitgevers en een enkele redacteur. Soms vonden de gesprekken plaats in onze eigen stand, meestal echter ging ik naar een andere verdieping in ‘onze’ Halle, of naar Halle 5 of 8: de Duitsers, de Amerikanen. Ik was juist bij Carole Saudejaud van uitgeverij Fayard geweest om te vertellen over onze nieuwe boeken en te luisteren naar haar aanbevelingen met betrekking tot titels die ze graag aan een Nederlandse uitgever zou verkopen. Op één titel had ik blijkbaar enthousiaster gereageerd dan op de andere, want bij het hartelijke afscheid gaf ze me het boek mee, met de woorden: ‘Lees alvast een stuk!’
Voor de stand van uitgeverij Gallimard bleef ik staan om mijn schema te raadplegen. Waar moest ik zijn voor mijn volgende afspraak? Die zou pas over drie kwartier zijn. Ik ging niet terug naar onze stand op de eerste verdieping, maar zocht een plek om inderdaad vast iets te lezen in het boek dat Carole me in de handen had gedrukt.
Terwijl ik zat te lezen trokken er hordes mensen langs, op weg naar weer een afspraak. Vanuit mijn ooghoek zag ik hem schuifelen, onzeker. In tegenstelling tot de andere beursgangers droeg hij geen snelle tas, maar trok hij een boodschappenwagentje op wieltjes achter zich aan. Op deze derde dag van de beurs zag Martin Ros, voormalig hoofdredacteur van De Arbeiderspers, er vermoeid uit. Hij kwam naar de bank waar ik zat. Een beetje verward zocht hij iets in de boodschappenkar, maar gaf al snel op. Op nog geen drie meter van mij vandaan zat hij. De oude, spraakmakende hoofdredacteur van De Arbeiderspers. Met uitgever Theo Sontrop had hij in de afgelopen jaren de uitgeverij gemaakt tot wat hij nu is: een van de toonaangevende literaire huizen in Nederland. Juist toen ik een gesprek wilde beginnen, zag ik dat hij ingedommeld was. Zijn linkerhand rustte op het wagentje, zijn rechter lag op zijn schoot. Ik hoorde hem heel licht snurken. Voorzichtig stond ik op. Terwijl ik me door de mensenstroom liet opnemen, keek ik om. Hij was weer wakker en in gesprek met een jonge vrouw die naast hem zat. Over hem hoefde ik me geen zorgen te maken.

Jarenlang was Lex Jansen de uitgever en het gezicht van De Arbeiderspers. Nu is hij directeur van het door hem opgerichte Magonia: uitgeverij en centrum voor schrijfbegeleiding.

www.magonia.nl

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie februari 2016

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven