Column Lex Jansen: De kamer van de auteur

Maarten was aan het werk in de tuin toen ik zijn erf op reed. Het verbaasde me dat hij niet naar me toekwam, maar juist van me wegliep. Hij wist toch dat we een afspraak hadden?

Ik pakte mijn spullen van de passagiersstoel, stapte uit en liep over het grindpad naar de achterdeur. Bij een schuurtje deed mijn auteur verwoede pogingen om een geit bij de horens te vatten en hem door de ingang te leiden. Het dier voelde er niets voor om de buitenlucht voor de beslotenheid van de schuur in te ruilen, maar Maarten had er zijn zinnen op gezet en hij bleef dwingen totdat de geit aan mijn zicht was onttrokken. Met een tevreden blik draaide hij zich om. ‘Daar ben je. Welkom. Zullen we naar binnen gaan?’ We liepen door de bijkeuken en de lange gang naar de woonkamer. ‘Wil je thee?’ Maarten verdween naar de keuken.
Voordat ik ging zitten, haalde ik zijn nieuwe roman uit mijn tas en legde hem op de salontafel. De zon stond op het zuiden, bloeiende struiken verfraaiden het groene uitzicht vanuit de kamer. In de lage zonnestralen zweefden stofdeeltjes boven de kleine vleugel waar bladmuziek op de klep lag. In de open haard lag verkoold hout. Het was zó stil dat het leek alsof ik alleen in het huis was. Misschien was mijn gastheer teruggegaan naar zijn geit? Overal lagen stapeltjes boeken, sommige waren opengeslagen, andere stonden keurig in het gelid. De verzameling cd’s trok mijn aandacht omdat hij geordend was op een wijze die detoneerde met de prettige ordeloosheid van de rest van het interieur. Voetstappen in de gang. Daar was hij met de thee. Of ik ook een koekje wilde? Even streelde hij over het omslag van Het psalmenoproer, maar al heel gauw ging het gesprek over andere zaken. Muziek, boeken, collega’s. ‘Ik heb je toch wel eens verteld dat je voorganger eerste klas vloog, terwijl hij zijn auteurs in de business class liet zitten? We gingen met een groep schrijvers naar Stockholm, want hij wilde de Scandinavische markt veroveren. De zakenman voorin, het schrijversvolk achterin. Ik weet nog hoe daarover gemokt werd. Van die reis zelf herinner ik me niet veel. Etentjes, gesprekken met agenten en uitgevers. Het leukste was het contact met andere Nederlandse schrijvers. Dat heeft meer indruk gemaakt dan de zakelijke kant van de onderneming.’ Of ik wel eens van de in 1999 overleden componist Per Lundkvist gehoord had? Nee? Maarten stond op, pikte een exemplaar uit de duizenden cd-doosjes en liet me werk van Lundkvist horen.
Een paar keer ben ik bij Maarten op bezoek geweest. Altijd was hij buiten aan het werk. Maar nergens voelde ik me dichter bij de kern van zijn universum dan in zijn kamer.

Jarenlang was Lex Jansen de uitgever en het gezicht van De Arbeiderspers. Nu is hij directeur van het door hem opgerichte Magonia: uitgeverij en centrum voor schrijfbegeleiding.

www.magiona.nl

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2016.

 

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven