City2Cities 2014: de hoogtepunten

Het is inmiddels de vierde editie van het internationale literatuurfestival City2Cities, dat elk jaar in Utrecht twee wereldsteden centraal stelt. Dit jaar waren Dublin en Boedapest de themasteden. Uit die plaatsen maakten onder meer György Konrád, Anne Enwright, Edna O’Brian en John Banville hun opwachting. Van Nederlandstalige bodem waren auteurs als Herman Brusselmans, Manon Uphoff, Robbert Welagen en Jan Willem Anker te beluisteren.

Het programma bestond uit een ruime week vol literaire diners, filmvertoningen, een literaire nachtclub, een slotevenement in het monumentale Paushuize en vele andere programma’s, waaronder de uitreiking van de prestigieuze C.C.S. Croneprijs. De Boekenkrant licht een paar hoogtepunten uit.

esther jansma

Uitreiking C.C.S. Croneprijs
Sinds 2002 wordt de C.C.S. Croneprijs eens per twee jaar uitgereikt aan een Utrechtse schrijver of dichter. Crone (1914-1951), ook wel de ‘Nescio van Utrecht’ genoemd, schreef een klein maar trefzeker oeuvre waarin de Domstad een grote rol speelt. Het is daarom niet vreemd dat de gemeente deze prijs naar hem vernoemd heeft. Tot dusver bestaat het rijtje laureaten uit Manon Uphoff, Ronald Giphart, Arthur Japin, Ingmar Heytze, Guillaume van der Graft en Stephan Enter.
Ditmaal viel de eer Esther Jansma te beurt. In een speciaal voor City2Cities opgerichte spiegeltent werd de vooral als dichteres te boek staande schrijfster op 9 april geprezen om haar oeuvre, dat naast poëzie uit proza, vertalingen en essays bestaat: ‘Zij is authentiek, onderscheidt zich van haar tijdgenoten door een poëzie die soms neigt naar de hermetische geheimtaal van de ‘ware dichter’, besloten, beladen en geheimzinnig.’ Ook bleven de vitaliteit en lichtvoetigheid in de lofrede niet onbenoemd. Terecht, deze toekenning, al zou het mooi zijn als er tenminste nog een bloemlezing van haar werk verkrijgbaar was. Op één haar prozawerk Picknick op de wenteltrap (1997) na is al haar werk uitverkocht. De tent was afgeladen, en laat ging men naar huis.

Wortel

Literaire Nachtclub
De laatste Literaire Nachtclub in de spiegelbar te Tivoli vond op donderdag 10 april plaats. Het poppodium verhuist binnenkort van de Oudegracht naar Muziekpaleis Vredenburg. De genodigden waren Maartje Wortel, Tao Lin en Herman Brusselmans. Hun voordrachten werden gelardeerd door de muziek van Eveline Vroonland, bekend van haar YouTube-hit Safe and sound.
Wortel kwam anders dan doorgaans met een serieus verhaal. ‘Brusselmans is er ook’, legde ze uit. Met ingehouden adem hoorde het publiek aan hoe een pubermeisje en haar broertje hun vader opzoeken in een gekkenhuis. Tao Lin, die onlangs Taipei bij uitgeverij Podium uitbracht, gaf met een voor zijn literatuur bekende desolate, maar geestig gebrachte drugsscène blijk van zijn kunnen. De laatste grote naam van de avond was Herman Brusselmans. Na een kort interview met Frank Heinen stak de Vlaming in hoog tempo van wal met twee nieuwe stukken die in respectievelijk zijn 67ste en 68ste roman zullen verschijnen.
Ook drie aanstormende talenten maakten hun opwachting, in casu Maarten Buser, Marloes Robijn en Hannah van Binsbergen. Het ietwat aan podiumvrees lijdende drietal bracht in estafettevorm hun voordracht. De uit het Poetry Slam-circuit bekende Buser stond met zijn sterk anekdotische gedichten het stevigst op het podium.

Brusselmans

Festivaldag in Paushuize
De festivaldag in Paushuize was drukbezocht. In het verbluffend mooie verblijf van de zestiende-eeuwse paus Adrianus vond een keur aan voordrachten plaats. Grote namen als Edna O’Brian en John Banville gaven lezingen en voordrachten. Bij deze evenementen was het dringen, terwijl er bij de in Nederland vrijwel onbekende Ierse dichteres Nuala Ní Dhomhnaill, die tevens Writer In Residence was bij City2Cities, maar een klein tiental geïnteresseerden zat. Maar voor een persoonlijke voordracht van onbekend geluid is veel te zeggen. Ni Dhomhnaill droeg haar in het Iers geschreven gedichten ook in Engelse vertaling voor. In het oor van diegenen die haar moedertaal niet vaardig zijn, klonk haar Iers als oude muziek in de oren.
Ook waren er interviews. Zo sprak de ongeëvenaarde Arjen Visser met Anne Enright en Manon Uphoff – een gesprek dat je op het puntje van je stoel deed zitten. Toen Visser Enright bijvoorbeeld vroeg of ze ook geen gelukkige verhalen kon schrijven, en zij antwoordde dat dit typisch een vraag van een man aan een vrouwelijke auteur was, ging hij de confrontatie met haar aan. Gender zou helemaal geen kwestie spelen, waarom dacht ze dat? Het vuur werd, respectvol, aan de schenen gelegd.

annejet

Uit Amsterdam was Annejet van der Zijl afgereisd naar aanleiding van haar onlangs verschenen biografie Heineken, de man, de stad en het bier. Op het festival werd ze geïnterviewd over Gerard Heineken, de opa van wijlen Ferry. De nadruk lag op de belangrijke rol die hij speelde voor Amsterdam. Niet alleen had hij als jonge ondernemer in tijden van crisis een aanzienlijke som geld in de aanleg van het Noordzeekanaal geïnvesteerd, ook werkte hij met Sarphati samen aan de verbetering van de kwaliteit van leven in Amsterdam, dat eind negentiende eeuw goed te vergelijken viel met een stad uit een ontwikkelingsland. Zo waren de waterwegen dichtgeslibd, heerste er armoede, waren de woonomstandigheden erbarmelijk en was de gemiddelde levensverwachting 35 jaar. Sarphati werd door de rijke stadsgenoten als een schreeuwerige Jood gezien en niemand wilde in zijn projecten investeren. Dit kwam tevens omdat er een surplus aan dividend uit de aanleg van Duitse spoorlijnen te halen was. ‘Zo kan het dus ook’, zei Van der Zijl, ‘ondernemen. In deze tijd van graaiers is het beeld van ondernemers wat besmet geraakt, maar Gerard Heineken bewijst dat je in je medemens kunt investeren én groot kunt worden’.

uitreiking prijs

Niet alleen bekende namen waren uitgenodigd. Ook vond de prijsuitreiking van de James Joyce Schrijfwedstrijd plaats. Ruim een dozijn genomineerden hoopte op de roem en erkenning. Hun uitdaging was een vierhonderd woorden groot alternatief einde te schrijven aan Joyces Ulysses (of Ulixes, als je de laatste, speelse vertaling van Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes aanhoudt). Robbert Welagen, met De verdwijning van Robbert genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2014, vormde de eenkoppige jury. Het vergemakkelijkte de besluitvoering, gaf hij aan, zo zonder overige juryleden. Wie weet horen we nog veel van Agnes de Boer, die de eerste prijs met haar verhaal Telemachos binnensleepte.

Foto’s: Annemarie Sint Jago / Maria Snoek / Tom van Dun

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven