Boekfragment: Voor mijn beste wandelmaatje

Op 23 mei is bij QV Uitgeverij de thriller Voor mijn beste wandelmaatje van auteur Rudy Dek verschenen.

Midden in de nacht ging zijn telefoon. Door alle ellende had hij de afgelopen tijd weinig geslapen en nu hij eindelijk weggezakt was, werd hij gewekt door zijn telefoon.
Langzaam tilde Isaac Werninger zijn bezwete hoofd uit het kussen, keek een moment naar zijn vrouw, toen naar de wekker en nam de telefoon. Op het display stond geen vermelding. Hij ging zitten. ‘Wie is daar?’ vroeg hij zacht. Zijn vrouw lag naast hem te slapen. ‘Luister goed, Werninger.’ Een vrouwenstem. Hij probeerde geruisloos te gaan staan. Dat viel niet mee, de slaap tolde door zijn hoofd. Hij keek nog eens naar Francien, zijn vrouw. Ze was in een diepe, tevreden slaap. Zachtjes doen. ‘Ben je er nog, Werninger?’ ‘Ja, ja,’ fluisterde hij. ‘Met wie spreek ik? Hoe kom je aan dit nummer? Weet je hoe laat het is?’
‘Ik heb wat voor je.’
Eenmaal op de been sloop hij naar de deur en ging de gang op. Hij droeg alleen zijn onderbroek, maar had het desondanks bloedheet. ‘Met wie spreek ik nu?’
‘Je bent iets kwijt, Werninger.’
Hij zweeg. Ook zij zweeg. Hij kreeg de tijd te begrijpen waar dit gesprek over ging.
Het ging over afgelopen dinsdag. Terwijl er tientallen bezoekers binnen waren, werd zijn museum beroofd van een uiterst waardevolle kunstschat. Aan een van de ramen was een explosief aangebracht, dat om 14.32 uur tot ontploffing kwam. Natuurlijk, zijn museum was een vesting, dus het glas had redelijk standgehouden. Desondanks zat er een gat in van ongeveer twintig bij twintig centimeter. Eerst had hij gedacht dat er door dit gat alleen maar een rookbom naar binnen was gegooid. Waarschijnlijk meerdere, want in anderhalve minuut kon niemand meer een hand voor ogen zien. Hij dacht in schakels van oorzaak en gevolg, en pas toen de ketting gereed was, doorzag hij zijn denkfouten. Rookbommen door zo’n gat naar binnen werpen, dat was een onzinnige gedachte. Die rookbommen waren allang binnen. Na de explosie ging het alarm en sloten de branddeuren zich. De bezoekers werden onmiddellijk de zalen uit gedirigeerd. Hoewel sommigen zowat stikten en het liefst naar buiten renden, werden ze via de centrale trappen een verdieping lager tot in het restaurant geleid.
Omgeven door mensen van de beveiliging moest men daar afwachten wat er verder gebeurde. Er werd gehoest en gekucht, maar ook geprotesteerd. Een man en een vrouw, zo te zien deelnemers aan de Vierdaagse en op de gratis toegang afgekomen, protesteerden tegen de gang van zaken, maar Werninger luisterde nauwelijks en wachtte de eerste inspectie geduldig af.
Tot de melding kwam die hem inmiddels vijf nachten slaap had gekost: een vitrinekast was met bruut geweld gekraakt en er was iets verdwenen, iets kleins, zijn grootste bezit: de kantharos van Stevensweert. Hij sloot zijn ogen. Hoorde hoe zijn hart een aantal bitternoodzakelijke slagen oversloeg. Misschien overwoog het ook wel om te stoppen en Werninger moest daarom een stap opzij doen en naar een stoel grijpen. Nee, niet de kantharos, dat mag niet! riep hij door het museum. Niet de kantharos! Het kan ook niet, wilde hij er in alle radeloosheid aan toevoegen, maar op dat moment snapte hij het gat in het glas. Natuurlijk! riep hij woedend. Natuurlijk! Hoe had hij zo stom kunnen zijn?

Voor mijn beste wandelmaatje

Boekgegevens

Rudy Dek, Voor mijn beste wandelmaatje, QV uitgeverij, ISBN 978 90 820 8006 3 (€ 14,95) Kortingsprijs voor Vierdaagselopers: € 12,50 met een bon uit het Vierdaagse Magazine.

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2015

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven