Boekfragment: Lang leven

Karina Meeuwse vertelt in Lang leven het fascinerende familieverhaal achter het grootste Chinese warenhuis van West-Europa, Toko Dun Yong, en verweeft daarmee ook de grotere geschiedenis van Chinese immigranten in Nederland.


Kinderjaren
Vóór twaalf uur ’s middags nooit om geld vragen, dat brengt ongeluk

AH KIM

Hengko’s jeugd is verbonden met de Nieuwmarktbuurt, waar hij geboren en getogen is. Hij groeide op in de nabijheid van de Binnen Bantammerstraat, ‘die de bijnaam Tong Yan Kai (Straat van de Chinezen) droeg onder de vele daar woonachtige halfbloed-Chineesjes’. Over vroeger praten gaat volgens hem het beste aan de hand van tastbare herinneringen. Op het afgesproken tijdstip ligt er een stapel oude fotoboeken op het kantoor in de toko, alles geordend en van titels voorzien door zijn echtgenote, Wai Ming. Bovenop ligt een bruin leren album, met in sierlijk handschrift de titel Childhood. Hengko bladert erdoorheen. Er is een foto van zijn geboortehuis, Recht Boomssloot nummer 4. Het was, voor hedendaagse begrippen, een kleine woning, bestaande uit een voorkamertje van acht vierkante meter, een halletje van twee bij twee meter met douche en toilet, en een achterkamertje van acht vierkante meter. Een smalle uitbouw was de keuken, en als je het raam opende stond je op een platje. Geen balkon, niks. Dat Hengko dat nog zo precies weet, komt omdat zijn tante Jannie er tot haar dood is blijven wonen.

Nadat een tweede kindje zich had aangekondigd, verhuisde Stien met haar gezin naar een woning een paar straten verderop, aan de Lastageweg 9, driehoog. Die straat bestaat niet meer, alle huizen

daar zijn in de jaren zeventig afgebroken ten behoeve van de aanleg van de metro. Vergeleken met het oude huis was het er comfortabel, met een badkamer en een klein balkon, dat Stien deftig ‘veranda’ noemde. Een koelkast kwam pas veel later, vers voedsel werd in een vliegenkastje op de veranda bewaard. Het leven was overzichtelijk in die jaren: Dun Yong Sau werkte vrijwel onafgebroken bij restaurant China, Stien bleef thuis, Hengko speelde in de vlakken zonlicht die op de rotan vloerbedekking vielen. Hij herinnert zich dat als zijn moeder op driehoog ramen moest lappen, ze uit het raam klom en op een smalle richel balanceerde. Met een hand hield ze zich vast aan het kozijn en met de andere zeemde ze het raam. Nummer 9 was het pand naast de garage, die herkenbaar was aan de benzinepomp voor de deur. In 1949 werd Hengko’s zusje Mae Wah geboren. Officieel was haar naam Mie Wah, Mooi China. In de familie werd ze Mietje genoemd. Uit ergernis daarover maakte ze er zelf als tiener ‘Mae Wah’ van. De kinderen gingen naar een school in de buurt, basisschool De Oude Schans, nu De Witte Olifant. Het schoolplein lag honderd meter van de school vandaan: het was het binnenplein van de Uilenburgersjoel dat door de school in gebruik was genomen. De kleine synagoge zelf was in gebruik als opslag, de Joden waren immers weg… Al snel bleek Hengko zich te ontwikkelen als linkshandig, iets wat in die tijd niet gewaardeerd werd. De eerste drie jaar werd hij gedwongen om rechtshandig te schrijven, daarna mocht hij wel zijn linkerhand gebruiken.

Boekgegevens

Karina Meeuwse, Lang leven. Het familieverhaal achter een Chinese toko. Uitgeverij Ambo | Anthos, 256 pagina’s (€ 22,99)

www.amboanthos.nl

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven