Boekfragment: Het schooltje van Auschwitz

Als haar Roma-man en -kinderen worden weggevoerd, kiest Helene ervoor om met hen mee te gaan. Zij komen terecht in het zigeunerkamp van Auschwitz.

Terwijl hij zichonder de strenge blikken van de politiemannen aankleedde, liep ik weer terug naar onze kamer om mijn verpleegstersuniform uit te trekken. De kinderen stonden in een rijtje tegen de deur, bang om mij ook maar een moment uit het oog te verliezen. Ik koos een mantelpakje met een bruin jasje en een blauwe bloes en kleedde me zo goed en zo kwaad als het ging om, met de jongste drie dicht om me heen. Vervolgens liepen we terug naar de woonkamer, waar ik Johann even bekeek. Zo elegant gekleed zag hij eruit als een zigeunerprins. Hij zette net zijn hoed op toen ik de kamer binnenkwam en de drie politiemannen draaiden zich naar me om.
‘U hoeft echt niet mee, Frau Hannemann,’ benadrukte de sergeant opnieuw.

Ik keek hem recht in de ogen en vroeg: ‘Denkt u nu echt dat een moeder haar kinderen alleen zou laten, in een situatie als deze?’
‘U wilt niet weten wat ik allemaal al meegemaakt heb, de afgelopen jaren,’ antwoordde hij. ‘Maar goed, kom dan maar met ons mee naar het station. We moeten ze voor tien uur op de trein zetten.’
Zijn opmerking deed me vermoeden dat het reisje weleens langer kon gaan duren dan ik aanvankelijk had gedacht. De familie van mijn man was naar een bestemming ergens in het noorden gedeporteerd, maar ik vermoedde dat ze ons naar het zigeunerinterneringskamp vlak bij Berlijn zouden brengen.
We liepen de woonkamer door naar de voordeur. Mijn man voorop met de twee koffers, de twee jongere agenten op zijn hielen. Vervolgens mijn twee oudere zoons, de tweeling, die zich aan mijn jas vastklampte, en Adalia in mijn armen. Toen we naar buiten, de overloop op stapten, draaide ik me nog een laatste keer om naar onze woning. Die ochtend was ik hier wakker geworden met de naïeve zekerheid dat het een normale dag zou worden. Blaz was wat zenuwachtig geweest voor een proefwerk dat hij voor de pauze had. Otis had geklaagd over oorpijn, een teken dat hij ziek ging worden. De tweeling was oergezond, maar had toch gemopperd over het vroege opstaan en Adalia was lief als altijd, de kleine engel die steevast haar best deed om haar broertjes en zusjes bij te houden in hun spelletjes. Er was geen enkel teken, geen omen geweest dat er aan deze hele normaliteit zo snel een einde zou komen.
Het trappenhuis was slecht verlicht, maar een vage gloed van de vroege ochtendzon bereikte ons vanuit de hal beneden. Heel even voelde ik een stekende pijn vanwege het verlaten van mijn thuis, maar nee, dat klopte niet: mijn thuis waren mijn vijf kinderen en Johann. Ik sloot de deur van onze woning en begon de trappen af te dalen, ondertussen een wiegeliedje neuriënd dat mijn kinderen altijd graag wilden horen als ze verdrietig waren of niet konden slapen. De onuitgesproken woorden vulden het trappenhuis en kalmeerden de bange hartjes van de kinderen, terwijl we onze ongewisse toekomst tegemoet gingen.

Guten Abend, gute Nacht,
mit Rosen bedacht,
mit Näglein besteckt,
schlupf unter die Deck:
Morgen früh, wenn Gott will,
wirst du wieder geweckt,
morgen früh, wenn Gott will,
wirst du wieder geweckt.
Guten Abend, gute Nacht,
von Englein bewacht,
die zeigen im Traum
dir Christkindleins Baum:
Schlaf nur selig und süß,
schau im Traum’s Paradies,
schlaf nur selig und süß,
schau im Traum’s Paradies.

Boekgegevens

Mario Escobar, Het schooltje van Auschwitz, vertaling: Hilke Makkink, Uitgeverij KokBoekencentrum, 320 pagina’s (€ 19,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie 6 mei 2019.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven