Boekfragment: Elvis ligt op Zorgvlied

In de verhalenbundel Elvis ligt op Zorgvlied laat Jan Donkers serieuze thema’s als verlangen, afscheid en verlies de revue passeren. Zijn lichte toon en milde humor zorgen ervoor dat het nooit zwaarmoedig wordt.

Mijn vader neemt me mee naar de stad. Het moet mijn vroegste herinnering zijn. Af en toe laat hij me lopen maar vaker draagt hij me op zijn arm, hij lijkt haast te hebben. We lopen vanaf de pont naar het station, hij koopt een perronkaartje en we verlaten het station weer aan de voorzijde. Dan neemt hij me mee naar een groot gebouw dat op een paar honderd meter afstand van het station ligt, aan de linkerzijde, het is de Beurs van Berlage. Hij loopt een van de kantoorkamers binnen waar een man met een dikke, rossige haardos me heel vriendelijk begroet. Hij heeft een opgewekt gezicht, is jonger dan mijn vader. De man zet me op een stoel en geeft me een potlood en een vel papier en zegt dat ik mag tekenen.
Dan vertrekt mijn vader, haastig, met een bezorgde blik. Als hij de deur achter zich dichtdoet zet ik het op een brullen, dat pas ophoudt als hij drie kwartier later terugkeert. Voor we weer het station binnengaan krijg ik een ijsje. Jaren later lopen mijn vader en ik weer op het Damrak. Het is er druk. Mijn vader is een kleine man, ik ben al bijna net zo groot als hij. De mensen zwermen van beide kanten om elkaar heen, men ontwijkt elkaar min of meer behoedzaam, alleen mijn vader loopt in een kaarsrechte lijn voort, stoot mensen aan die niet voor hem uit de weg gaan. Ik merk dat mensen verbaasd en verontwaardigd omkijken als hij ze heeft aangestoten. Ik kijk hem voorzichtig van opzij aan terwijl we doorlopen, op hetzelfde moment kijkt hij uit zijn ooghoeken naar mij. Ik besef dat hij zo loopt om indruk op me te maken. Het maakt me bang.
Bij de sigarenwinkel op de hoek van de Nieuwendammerstraat staan drie mannen. Twee delen er speldjes uit in de vorm van een tabaksblad, met oogjes en een mond en de naam Peter Stuyvesant erop. De derde man is verkleed in een constructie van triplex en zeildoek die dezelfde vorm en kleur heeft als de speldjes. Tientallen jongens verdringen zich om een speldje te krijgen. Na tien minuten zegt een van de mannen dat de speldjes op zijn en stappen ze in een busje en rijden weg. Er ontstaat ruzie onder de jongens, sommige oudere die geen speldje hebben kunnen bemachtigen proberen ze van de kleinsten af te pakken. Er wordt geduwd en geschreeuwd, iemand begint te huilen. De volgende ochtend op school doet een van de kleinere jongens zijn beklag. Hij vertelt de meester dat Robbie zijn speldje heeft afgepakt. De meester vraagt waar dat gebeurde. De jongen vertelt dat er drie mannen bij de sigarenwinkel speldjes uitdeelden, en dat er één verkleed was als tabaksblad. Ik steek mijn vinger op en roep Meester! Meester! De meester kijkt mijn kant uit. Ik roep dat die man in dat tabaksbladpak mijn vader was. Ik wil graag trots zijn op mijn vader.

Elvis ligt op Zorgvlied

Boekgegevens

Jan Donkers, Elvis ligt op Zorgvlied, Uitgeverij De Harmonie, ISBN 978 90 7616 877 7 (€ 17,90)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie januari 2014.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven