Alle gekheid op een stokje

Niet alle BN’ers en BV’s hoeven een boek uit te brengen, maar dat Faberyayo niet alleen met een ‘micro’ maar evengoed met een stylo kan rappen, bewijst hij met Sjeumig. Zijn verhalenbundel bevat achttien sprookjes voor volwassenen. Of beter gezegd: korte verhalen met een hoek af. De wereld van Pepijn Lanen wordt bevolkt door kabouters en sprekende dieren, maar ook Sinterklaas en de spleet tussen de tanden van Elton John krijgen een rol toebedeeld.

‘Sjeumig’ zou zoveel zeggen als ‘niet onaardig’. Pepijn Lanen van onder meer De Jeugd Van Tegenwoordig schreef eerder al columns voor onder meer Das Magazin. Zijn fantasiewereld en schrijfstijl doen denken aan die van Hugo Matthijsen en Herman Brusselmans. Verwacht schaamteloos veredelde nonsens, die godzijdank niet te flauw wordt. Treffende illustraties van Piet Parra gaan zijn dolle verhaaltjes vooraf.

Op een uiterst vermakelijke manier kraamt Lanen puberale onzin uit. Daarvoor hanteert hij – wat had je verwacht – een jeugdige, Amsterdamse straattaal, de zogenaamde Nederhop. Die Nederhop is soms lastig te begrijpen, zeker voor Vlaamse lezers. Denk aan woorden als: pleuris, geinponem, likmevestje, pislink, lafjes en de Babylonische spraakverwarring ‘poepen’. Jawel, de woordenkunstenaar waagt zich wel eens aan vuilbekkerij. Frasen als ‘Kinneke Jezus in een pornokelder, ik sta zelf ook in de fik!’ en ‘De entiteit giechelt een griezelige giechel op een frequentie of in een dimensie die ik niet op kan vangen’ doen het beste vermoeden. De losstaande verhaaltjes zijn soms schunnig en pointeloos, maar boven alles zijn ze stuk voor stuk heerlijk absurd. De humor zit hem in woordgrapjes, vreemde wendingen en van-de-pot-gerukte fantasie. Zo wil het Sinterklaasverhaal niet onderdoen voor de talloze gekke fabeltjes over bizarre figuren die knotsgekke avonturen beleven, veelal uitmondend in een vreemde plot.

In een interview vertelt Lanen dat rappen en schrijven twee werelden zijn die voor hem niets met elkaar te maken hebben. Toch is hij niet bang om zelf een link naar zijn eigen leefwereld en dus ook De Jeugd te leggen. Met name in het laatste verhaal, ‘Midden in de ‘s nachts’, geeft hij inkijk in zijn leven: ‘Het nieuwe Jeugdalbum danst in al zijn onafgemaakte glorie een regendans van stress om het vuur in mijn buik. (…) Vijf minuten voordat Coco’s wekker gaat val ik in slaap’. Of is het – net als de rest – volledig verzonnen?

Je hoeft beslist geen fan van De Jeugd te zijn om Lanens korte verhalen en schrijfstijl te appreciëren. Dat hij gevoel voor rijm en ritme heeft, hoeft niet te verbazen. Al waagt hij zich soms aan zwaarbeladen termen zoals ‘Zwijndwergenstafdebacle’, een overdaad aan uitdrukkingen en eindeloze uitweidingen. Die omslachtigheid maakt dat je het boek niet in één ruk uitleest, maar het is juist prettig om nu en dan een verhaaltje te lezen. Bij wijlen dreigt hij uit de bocht gaan: ‘Als een prins op een duur paard zal ik galopperen over de uitgebreide steppes van de literatuur. Hele bibliotheken vol gebonden boeken, goud op snee, zullen voor mij applaudisseren.’ Bescheidenheid had hem minstens zozeer kunnen sieren. Hoe dan ook: sjeumig!

sjeumig

Boekgegevens

Pepijn Lanen, Sjeumig, Uitgeverij Anthos, ISBN 978 90 414 2456 3 (€ 16,95)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie 7 februari 2014.

Foto: Nick Helderman

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven