Van groot naar klein
Ieder boek vraagt om zijn eigen leestempo. De twee indrukwekkendste boeken die ik de laatste tijd las, heb ik respectievelijk in drie maanden en in één zitting verslonden. De eerste was East of Eden van John Steinbeck, een Amerikaanse klassieker van ruim zevenhonderd pagina’s. Het verweeft grote beschouwingen over de tijdgeest en de mensheid met een heel persoonlijk familieverhaal over twee broers in het Californië van begin 1900. Het soort roman waarvan je op pagina 350 denkt: O nee, ik ben al op de helft!
Het boek dat ik in één dag uitlas, was De trooster van Esther Gerritsen. Waar East of Eden generaties overspant, beslaat deze roman een korte periode uit het leven van één personage: Jacob, een conciërge in een klooster die een afgezonderd leven leidt. Gerritsen werkt één gekristalliseerd idee uit, zonder een woord te veel te gebruiken. En toch gaan beide boeken over hetzelfde grote thema: goed en kwaad. Waar Steinbeck de broers Cal en Aaron hun versie van het verhaal van Kaïn en Abel laat uitspelen, neemt Jacob in De trooster zowel de rol van Jezus als Judas op zich. Twee boeken, hoe verschillend ook in leesduur, die je nog lang bijblijven.
Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant
mirjam@boekenkrant.com