Interview Annemarie Haverkamp: Zeventig levensverhalen in een boek

Het is Annemarie Haverkamp niet vreemd om heftige verhalen over het einde van een mensenleven te schrijven. Vorig jaar verscheen haar bekroonde roman De achtste dag, over een terminaal zieke man, en de journaliste maakte al eerder verhalen over (jonge) mensen die afscheid nemen van het leven. Toen de hoofdredacteur van het AD haar vroeg om een reeks interviews te maken over mensen die in de laatste fase van hun leven zitten, wist ze dus niet hoe snel ze ja moest zeggen.  

Door Iza de Bruin 

In Ik heb geleefd, waarin deze interviews zijn gebundeld, vertellen ruim zeventig mensen – jong, oud, arm, rijk – hun levensverhaal, hoe ze omgaan met de dood en wat ze willen meegeven aan de wereld.  

Waarom kies je ervoor om je te specialiseren in zo’n heftig onderwerp? 
‘Van alle vragen die je als journalist kunt stellen, ben ik toch wel het meest benieuwd naar de vragen rond leven en dood. Waarom wil de een op wereldreis en wil de ander het liefst op de bank zitten met het gezin? Als je nog maar even te leven hebt – wat ga je dan doen? Ik vind het een mateloos interessante vraag die ik aan zo nog wel vijfhonderd mensen had kunnen stellen omdat de antwoorden zo verschillend zijn.’ 

Ben je zelf bang voor de dood? 
‘Ik ben wel bang voor het einde van het leven, maar niet voor de dood zelf. Daarmee bedoel ik de periode daarvoor: weten dat het klaar is, weten dat je geen herkansing krijgt, weten dat je tijd beperkt is. Vooral voor mijn nabestaanden vind ik het erg. Jij piept ertussenuit, en zij moeten gewoon weer verder.’ 

Wie is je echt bijgebleven? 
‘Er was een vrouw, van ongeveer mijn leeftijd, die zal ik nooit vergeten. Ze had borstkanker en is uiteindelijk aan het gevolg van een andere aandoening overleden. Het was echt zo’n leuk mens. We hebben ook veel contact gehouden. Op een dag appte ze me dat de datum van haar euthanasie eraan kwam. Het is raar als die dag dan aanbreekt. Dan ga ik gewoon naar mijn werk en dan weet ik: voor haar de laatste dag. Dat vergeet je niet.  
‘Wie mij ook is bijgebleven is mijn tandarts van vroeger. Ik wist dat hij ziek was, dus had ik aan hem gevraagd of ik hem mocht interviewen voor Ik heb geleefd. Dat is ook wel even slikken hoor, een man voor wie je meestal ontzag hebt, is opeens een hele andere man die doodziek op de bank zit. Dat heeft mij ook wel geraakt. Iedereen kan doodgaan, zelfs hij.  
‘Met een aantal heb ik nog steeds contact. In het voorwoord schrijf ik bijvoorbeeld over Geneviève, die altijd al het noorderlicht nog eens wilde zien, maar toen het zover was alleen nog maar met haar man wilde kamperen in België onder de sterren, net zoals vroeger. Dat is nou precies wat interessant is aan deze interviews. Je denkt: als je bijna doodgaat wil je van alles – maar eigenlijk wil je terug naar de eenvoud, terug naar de intimiteit met je eigen gezin.’ 

Welke emoties voelde jij tijdens het schrijven van dit boek? 
‘Alle emoties die je je maar kunt bedenken. In het begin was het best eng, als je bij iemand thuiskomt en niet weet wat je gaat aantreffen. Is het iemand die heel ziek en uitgemergeld is? Hangt er een begrafenissfeer? Hoe nerveus ik er ook voor was, dat heb ik nooit aangetroffen. Er wordt gelachen, er wordt gehuild, er wordt gevloekt… alles wat mensen normaal gesproken doen, doen ze ook gewoon in die laatste fase. En dat geldt dus ook voor mij. In het begin was ik huiverig om vragen te stellen. Dan was de stemming heel lollig, en dan moest ik toch echt vragen: “Wat vind je ervan dat je jouw kinderen niet ziet opgroeien?” In het begin voelde dat heel ongemakkelijk, maar al heel snel kwam ik erachter dat mensen dat niet zo ervaren. Ze denken daar elke dag aan, en hebben zich die vraag allang aan zelf gesteld. Ik heb ook echt vaak de slappe lach gehad: mensen proberen er het beste van te maken.’ 

Ben je zelf anders naar het leven gaan kijken? 
‘Ik was er al achter dat je niet moet uitstellen wat je wilt doen. Als het goed gaat: pluk de dag! En juist door elke week iemand te treffen voor wie dat letterlijk aan de orde was, want voor hen is er misschien niet eens een morgen. Alles wat je wilt doen, doe het gewoon! Mensen zeggen vaak: “Als ik klaar ben met werken, dan ga ik reizen.” Ik heb nu meerdere malen gehoord dat je dan dus gewoon te laat bent. Er hing vroeger een tegeltje bij mijn ouders thuis en daar stond op: “Leef nu, het is later dan u denkt. En daar heb ik zo vaak aan moeten denken, aan dat stomme tegeltje.’ 

Boekgegevens

Annemarie Haverkamp, Ik heb geleefd, Uitgeverij Lebowski, 352 pagina’s (€ 22,99) 

Fotocredit: Jan Willem Kaldenbach

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2021.  

Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht. 

Berichten gemaakt 5283

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven