Interview: Niña Weijers

In Kamers antikamers, de nieuwe roman van Niña Weijers, speelt het verhaal een ondergeschikte rol. Het vrouwelijke personage heeft meerdere identiteiten, waardoor Weijers de lezer uitdaagt de samenhang tussen gebeurtenissen te begrijpen. Als iets dit boek typeert, dan is het wel de eindeloze zoektocht naar betekenis.

‘Van oudsher is de roman een plek waar alles mag en kan,’ zegt Weijers. Haar hondje, dat net nog om haar heen dartelde, is op haar schoot gekropen en ze kijken mij afwachtend aan. Eerlijk is eerlijk, er is weinig tegenin te brengen. We spreken elkaar in het Witsenhuis, dat uitkijkt op het Amsterdamse Oosterpark. In overeenstemming met de wens van de weduwe van de kunstenaar Willem Witsen, mag Weijers vijf jaar op de bovenste verdieping van het voormalig atelier wonen. ‘Het idee dat je op een plek verblijft waar heel veel andere schrijvers hebben gewoond, vind ik mooi. Tegelijkertijd is de vrijheid om te schrijven die mij gegeven wordt beangstigend. Als je op een bepaald moment niet meer weet wat je moet doen, kan dat een afgrond zijn.’

Vorming van identiteit
Het is geen toeval dat de schijfster in deze roman ook haar intrek neemt in een schrijvershuis. ‘Ik had het verlangen om iets terug te doen voor het huis en daarom wilde ik het onderdeel maken van Kamers antikamers. Volgens mij word je als schrijver namelijk heel erg beïnvloed door de plek waar je je bevindt.’ In haar nieuwste roman draait het om de manier waarop identiteit gevormd wordt. Het vrouwelijke personage leidt verschillende levens: ze heeft een relatie met een man, beleeft een gepassioneerde affaire met een vrouw en leeft samen met haar zoontje van vier. ‘Het uitgangspunt van dit boek is dat de situaties waarin je verzeild raakt, jezelf vormen. De vrouw is één en dezelfde persoon en ik heb geprobeerd meerdere facetten van haar te laten zien. Het is de vraag wie je zou zijn als verschillende situaties werkelijkheid worden.’
De identiteit van de vrouw is zeker ook te verbinden met Weijers zelf. In vriendin M. is collega Maartje Wortel te herkennen. Verhaalelementen uit haar kort geleden verschenen roman Dennie is een star komen ook terug in Kamers antikamers, zoals het katje met de ontstoken ogen, de fysiotherapeut die gebruikmaakt van koele gels en de Toyota Starlet waarmee de personages naar Normandië rijden. Weijers, die bevriend is met Wortel, benadrukt dat het geen vooropgezet plan was. ‘Het is een spel. Ik heb haar boek voor verschijnen gelezen, maar we hebben het niet met elkaar afgestemd. Ik was Kamers antikamers allang aan het schrijven toen haar boek uitkwam. Blijkbaar zijn het van die oerscènes waarnaar je allebei terugkeert.’

Nieuwe manieren van vertellen
De schrijfster geeft toe dat vriendschap voor haar voeding is. Haar manier van werken vertoont veel overeenkomsten met die van Wortel. Net als zij wil ze de lezer het gevoel geven dat de tekst onder het lezen ontstaat. In Dennie is een star deed Wortel dat bijvoorbeeld door willekeurige letters te typen en zo te suggereren dat haar katje over het toetsenbord liep. Weijers laat ineens haar redacteur ingrijpen en opmerken dat er niets meer van haar verhaal klopt. ‘Mijn redacteur zou dat nooit zeggen. Ik vind het een fijne techniek, omdat je daarmee het verhaal doorzichtig maakt. Ik zet de lezer voortdurend op het verkeerde been. Je kunt heel makkelijk denken: dit is een autobiografische roman, maar ik probeer dat wel op losse schroeven te zetten. Misschien kan ik zelf ook het onderscheid niet maken tussen wat echt is en verzonnen.’ 
Weijers wilde ver blijven van de traditionele romanvorm. ‘Als lezer ben ik ook niet geïnteresseerd in boeken die niets doen wat qua vorm of stijl vernieuwend is. Met Kamers antikamers wilde ik onderzoeken op welke manier je los kunt komen van geijkte manieren van vertellen. Door te schrijven kun je alle werelden oproepen die je wilt. Als je die vrijheid hebt, dan vind ik dat je die ook moet nemen.’ Als het aan Weijers ligt is chronologie niet noodzakelijk voor een verhaal. ‘Het echte leven verloopt ook niet volgens rechte lijnen. Het is eigenlijk heel vaak een rommeltje. Er loopt van alles door elkaar. Natuurlijk is er wel vooruitgang, want je krijgt nieuwe inzichten, maar ik denk dat een graduele lijn omhoog onzin is.’
Door deze aanpak maakt Weijers het de lezer niet makkelijk. Niet dat dat erg is. ‘Lezers moeten de tijd nemen voor mijn boek. Als je de tekst laat bezinken of twee keer leest komt het beter aan. Dat merkte ik bij mijn vorige boek De consequenties ook. Er waren leesclubs die het lazen en er twee uur met elkaar over gingen praten. Ontzettend leuk. Ik geloof erin dat een boek zijn weg naar de lezer vanzelf wel vindt.’

Foto Niña Weijers: Iris Duvekot

Boekgegevens

Niña Weijers, Kamers antikamers, Uitgeverij Atlas Contact, 240 pagina’s (€ 19,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2019.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven