De westerse canon in perspectief
Johann Wolfgang von Goethe (Faust), Joseph Conrad (Heart of Darkness), Herman Melville (Moby Dick) en Scott Fitzgerald (The Great Gatsby) zijn allemaal beroemde schrijvers. Deze auteurs hebben een grote impact gehad op wat wij in de westerse samenleving als ‘goede’ literatuur beschouwen. Wanneer je naar onze canon kijkt valt er één ding op: vrijwel iedere schrijver op deze lijst is een man en is wit. Je zou zeggen dat dat logisch is, want vroeger waren er in het Westen vrijwel alleen maar witte mensen en waren vrijwel alle schrijvers mannen. Dit is echter maar één kant van de waarheid. Er wáren namelijk wel niet-witte en vrouwelijke schrijvers, maar zij werden ondergesneeuwd door wat wij in het Westen als ‘goede’ literatuur zagen.
Niet heel lang geleden was de westerse canon nog prominent aanwezig in de boekenlijsten van scholieren en literatuurstudenten. Tegenwoordig is er echter veel meer aandacht voor buitenlandse schrijvers, vrouwelijke auteurs en andere schrijvers die in de vergetelheid waren geraakt. Als student Letterkunde kan ik veel schrijvers van de westerse canon waarderen, maar ben ik blij dat de literaire wereld steeds breder wordt. Schrijvers zoals James Baldwin (Go Tell It on the Mountain), Angela Carter (Nights at the circus) en Gabriel García Márquez (One Hundred Years of Solitude) zijn namelijk minstens net zo goed als hun westerse tegenhangers.
Jeroen van Wijk
Redacteur Boekenkrant
jeroen@boekenkrant.com