Papiermeesters
Deze vakantie zat ik een weekje in Italië, bij een klein gehucht met de naam Fabriano. Toeval wil dat er zich in dat plaatsje een Papiermuseum bevindt, waar ik als boekliefhebber natuurlijk niet aan voorbij kon lopen. Blijkt dat Fabriano al sinds de 12e eeuw een van de belangrijkste Europese papiercentra is. In dit museum, gehuisvest in een oud Dominicanenklooster, is een Middeleeuwse papierfabriek nagebouwd, waarin je aan de hand van een gids kunt zien hoe ze vroeger papier maakten.
De techniek kwam er op neer, maakte ik op uit het gebroken Engels van de gids, dat ze oude lappen stof tot moes maalden in een grote machine met zware houten balken. Als dit eenmaal een papje was geworden, schepten ze er met een rechthoekige zeef een dun laagje vezels uit. In een grote drukpers werd er vervolgens zoveel mogelijk water uitgeperst, waarna het te drogen werd gehangen. Dan nog even in een lijmbad om het watervast te maken en je hebt papier. Herhaal dat zo’n honderd keer en je kunt een boek maken.
Het was indrukwekkend om te zien hoeveel – letterlijke – mankracht het toen kostte om één velletje papier te maken, iets wat ik nu als vanzelfsprekend beschouw. En, zo kreeg ik daar te horen, het einde van de opmars van papier is nog niet in zicht. Gelukkig maar.
Redacteur Boekenkrant
mirjam@boekenkrant.com