Stad met konijnenoren
Als mensen buiten onze grenzen aan Nederlandse steden denken, zien ze Amsterdamse grachten voor zich; een enkeling laat zijn gedachten afdwalen naar de haven van Rotterdam. Afgelopen week ging alle aandacht eens naar een andere stad. Mijn stad, om precies te zijn: Utrecht. De stad van Dick Bruna.
Iedereen in de Domstad en daarbuiten huilde om het nieuws dat Dick Bruna is overleden op 89-jarige leeftijd. Zijn nijntje ging de wereld over; iedereen, van peuter tot volwassene, werd verliefd op dit lief, klein konijntje. Of nijntje er nu op stond of niet: Bruna’s tekeningen staan in ons collectieve geheugen gegrift. Zo zie ik als ik aan het kindje Jezus denk nog steeds de versie uit zijn boek Kerstmis voor me.
Bruna was een Utrechter, en daar zijn we hier trots op. Zijn beroemdste personage is dan ook overal in de stad te vinden: op de stoplichten, in het museum, als kunst op straat en op haar eigen nijntje-pleintje. Als bewoner vind ik het dan ook schitterend dat niemand – uit binnen of buitenland – vorige week aan Utrecht dacht en onze Dom en grachten voor zich zag. Voor nu zijn we vooral de stad met de konijnenoren. Dat kunnen weinig steden zeggen.
Anouk Abels
Hoofdredacteur Boekenkrant
anouk@boekenkrant.com