Het portret van Jezus
Beduusd staarde ik naar het schilderij van Jezus Christus dat boven ons bed hing. Naast me stond een klein, Kroatisch vrouwtje in haar eigen taal te ratelen. Engels spreken kon ze niet. Ze had ons zojuist duidelijk gemaakt dat we haar appartement niet mochten betreden zonder dat we eerst onze schoenen uit hadden gedaan. Mijn vriend en ik waren in de veronderstelling dat we een kamer in een hotel in Split hadden geboekt. Dat bleek de logeerkamer van een bejaarde mevrouw te zijn.
U heeft de afgelopen twee weken het gebrek van mijn columns in deze nieuwsbrief wellicht opgemerkt. Terwijl mijn collega’s die ruimte kundig opvulden, reisde ik met mijn vriend door het prachtige Kroatië. Van de knalblauwe Plitvice-meren tot het historische pareltje Dubrovnik: we zagen het allemaal. Mijn favoriete vakantie-anekdote gaat echter niet over een toeristische trekpleister, maar over dat oude dametje in Split. Ook nu, terug op kantoor, kan ik haar slecht uit mijn hoofd zetten. Bijna elke keer dat we haar tijdens ons verblijf van twee dagen zagen, kneep ze ons in onze wangen, nodigde ze ons uit om koffie met haar te drinken, en bleef ze maar babbelen. Het was grappig, een beetje irritant, maar ook ontzettend aandoenlijk. Zou ze haar logeerkamer – inclusief Jezus – verhuren uit eenzaamheid? Hadden wij de Eleanor Rigby van Split ontmoet?
Bij het afscheid vroegen we of we haar op de foto mochten zetten. Ze reageerde dolblij. Nu staat ze vereeuwigd op een foto met mijn vriend, die ze voorziet van een innige omhelzing. Als ik ernaar kijk, moet ik lachen. En hoop ik dat het portret van Jezus haar een beetje gezelschap biedt als er even geen gasten zijn.
Anouk Abels
Hoofdredacteur Boekenkrant
anouk@boekenkrant.com