Voettocht naar de binnenlanden van het huwelijk van Peter van Straaten

Voettocht naar de binnenlanden van het huwelijk is een selectie van het beste proza van Peter van Straaten over relatieperikelen.

Het was slenterweer.
Hij stak het plein over en liep de winkelstraat in.
Bij de etalage van boekhandel De Wit stond hij lang stil en bekeek de uitgestalde boeken een voor een. Toen ging hij naar binnen, nam twee boeken van een stapel en liep ermee naar de kassa.
‘Deze,’ zei hij.
‘Allebei?’ vroeg het meisje achter de toonbank.
‘Allebei.’
‘Het zijn dezelfde,’ zei het meisje, een beetje bevreemd.
‘Weet ik,’ zei Eduard, ‘een voor het verlies.’
Het meisje sloeg het bedrag op de kassa aan.
‘Ik heb een zuster,’ zei Eduard, ‘en daar is dat ene boek voor. Dat andere is voor mijzelf, om te controleren, want ik moet toch weten of het door de beugel kan wat mijn zusje leest?’
Het meisje bloosde als antwoord.
Je moet niet iedereen in de war maken, zei Eduard tegen zichzelf, toen hij met het draagtasje weer op
straat stond, nu staat dat arme kind in die winkel te tobben over die rare vent met zijn zuster. Hij liep langzaam de winkelstraat uit, sloeg rechts af de gracht op, daarna links af de brug over en stapte een café binnen. Het was er stil. Alleen aan het eind van de bar zat een dikke man, die dromerig in de spiegel
tegenover hem keek.
‘Goedemiddag,’ zei de kastelein, ‘wat mag het zijn?’
‘Vindt u het goed dat ik achter in uw taveerne wat ga zitten mijmeren? Ik zou daar graag een glaasje jonge jenever bij gebruiken.’
‘Een jonge.’ De man knikte, maar maakte geen aanstalten iets in te schenken.
Eduard wachtte.
‘Gaat u maar zitten,’ zei de kastelein, ‘ik breng het wel.’
Eduard ging zitten, de jonge jenever werd gebracht en toen werd het weer heel stil. De dikke man aan de bar keek nog steeds in de spiegel van de tapkast. Eduard haalde een van de boeken uit het tasje en begon te lezen. Af en toe nam hij een minuscuul slokje uit zijn glas. De kastelein en de dikke man begonnen een mompelend gesprek. Buiten, op de gracht, was er een opstopping van auto’s, ergens verderop werd een vrachtauto uitgeladen. Er klonk het aanhoudende gebrom van stationair draaiende motoren.
Eduard hoorde het geklik van naaldhakken, hij zag de flitsvan een zwarte jas langs het raam en meteen daarop stapte Emilie binnen.
‘Ik herkende je aan je stap,’ zei Eduard.
‘Dag Ee.’
‘Dag Mieltje.’
Ze trok haar jas uit en ging tegenover hem zitten.
‘Vertel eens,’ zei ze, ‘heb ik een beetje een goeie stap over me?’
‘Jawel,’ zei Eduard, ‘hij klinkt heel kordaat.’
‘Je moet toch ergens beginnen? Ik dacht, ik begin met een kordate stap, dan komt de rest vanzelf.’
‘Wat wil je drinken?’
‘Zal ik een sherry nemen? Wat drink jij daar, Ee?’
‘Jonge jenever.’
‘Dat is misschien ook wel aardig. Doe mij ook maar eens zo’n herenjenever.’
Eduard stond op en bestelde aan de bar twee jonge.Toen hij bleef wachten, zei de kastelein weer: ‘Ik breng ze u wel.’
Eduard keerde terug aan het tafeltje en even later kwam de man met twee glaasjes jenever op een blaadje.
‘Ziet u eens… twee jonge.’
‘Maar dat ziet er heerlijk uit,’ zei Emilie.
De kastelein glimlachte verbaasd en slofte terug naar de bar.

voettocht

Boekgegevens

Peter van Straaten, Voettocht naar de binnenlanden van het huwelijk, Uitgeverij De Harmonie, ISBN 978 90 761 6847 0 (€ 16,90)

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie september 2013.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven