Interview: Paolo Giordano

Paolo Giordano’s nieuwe roman De hemel verslinden laat zich niet in één zin omvatten. Het meandert langs thema’s als opgroeien, liefde en idealisme. Giordano: ‘In de kern gaat het boek over jong zijn en hoe tragisch het is om de grote onverschilligheid van de wereld voor jouw inspanningen te voelen.’

Door Mirjam Mulder

Als kind brengt Teresa haar zomers door bij haar oma op het platteland. Daar rijgen de eenzame dagen zich langzaam aan een, tot ze de drie halfbroers van de nabijgelegen boerderij ontmoet: Nicola, Tommaso en Bern. Mede dankzij hun ultra religieuze vader hebben de jongens een hechte, complexe band waarin ook Teresa verwikkeld raakt. Met name haar liefde voor de ongrijpbare Bern zorgt ervoor dat ze zich laat meevoeren in hun rebellie, milieuactivisme en uiteindelijk een huwelijk. Zo’n twintig jaar na hun eerste ontmoeting is er niets meer over van die dromerige, naïeve zomers van hun jeugd.

Toeschouwer
Stel je een landschap voor met een rossige aarde en velden vol olijfbomen die over de heuvels golven. In die setting speelt zich het grootste gedeelte van De hemel verslinden af: op een afgelegen boerderij in Apulië, het diepe zuiden van Italië. Een plek die Giordano na aan het hart ligt. ‘Apulië is voor mij als een tweede thuis geworden,’ vertelt hij. ‘Al minstens vijftien jaar lang breng ik daar bijna al mijn zomers door. Daar beginnen boeken bij mij vaak mee: een plek waarnaar ik terugverlang als ik er niet ben.’ In deze roman begint het allemaal met een zwembad. Op een nacht kijkt de jonge Teresa vanuit haar slaapkamerraam in haar oma’s huis naar beneden, en ziet drie jongens die stiekem in het zwembad spelen. Dit blijkt een metafoor te zijn voor de rest van het verhaal: Teresa probeert onderdeel van de groep te worden, maar blijft altijd een buitenstaander, een toeschouwer. Het personage om wie het eigenlijk draait, is Bern. ‘Hij zet alles in beweging en is degene op wie iedereen verliefd wordt. En hij heeft iets mysterieus. Het perspectief van Bern is “onvertelbaar”: als ik over hem praat, heb ik het in wezen over een zwart gat. Het is een personage bij wie je alleen dichterbij kunt komen door om hem heen te draaien.’

In de twee meest cruciale gebeurtenissen in het boek speelt Bern dan ook de hoofdrol, en is Teresa afwezig. Een opvallende keuze. Zij krijgt pas jaren later van Tommaso te horen wat er precies is gebeurd. ‘Dat overkomt ons ook in het echte leven,’ legt de schrijver uit. ‘Als er een plek is waar je alleen bepaalde periodes van het jaar doorbrengt, dan kunnen daar in de tussentijd allerlei dingen gebeuren. En als je dan terugkomt merk je dat de mensen en situaties een beetje veranderd zijn. Dat is een heel rare gewaarwording. Alsof je een deel van de film hebt gemist.’

De grens tot fanatisme
Als twintigers hebben Teresa, Bern en Tommaso een ogenschijnlijk idyllisch leventje. Samen met drie andere vrienden leven ze van het land: ze leggen een moestuin aan, maken olie van de olijven die ze plukken, kopen een geit en een illegale bijenkast. Haast religieus geloven ze in het zorgen voor de natuur, en gaan daar soms heel ver in. ‘Ik ben zelf geen activist,’ benadrukt Giordano. ‘In tegenstelling tot veel van de personages in het boek, ga ik nooit over op fanatisme. Ik ben daar juist heel bedacht op. Dat is ook wat dit boek vertelt, dat fanatisme niet iets is wat alleen anderen aangaat, maar iets dat ieder van ons in zich heeft. Het is dus belangrijk om het te kunnen herkennen en onder controle te houden.’ Het fanatisme van de hoofdpersonen komt voort uit een sterke ontevredenheid over de maatschappij, uit idealisme dus. Giordano zet de tragiek van de idealist schrijnend neer in de vorm van het personage Bern. Hij is rusteloos en voelt zich onbegrepen door de wereld. ‘Bern is een idealist. Een idealist die zelfs de ideeën wil verslinden.’ Daar heeft de titel van de roman ook betrekking op. ‘De titel staat voor de energie die je in je jeugd hebt waardoor je alles wilt grijpen en verslinden wat je maar kunt. Ik herinner me dat nog goed. Soms kan die drang ook heel gevaarlijk zijn, het hangt er vanaf hoe de wereld hem interpreteert.’

Dat brengt ons bij de vraag of idealisten zoals Bern ooit gelukkig kunnen zijn. ‘Nee, ik denk het niet,’ zegt Giordano bedachtzaam. ‘Ik denk dat je uiteindelijk alleen tevreden kunt zijn als je accepteert dat je je eigen idealisme moet manipuleren, aanpassen aan de wereld. Maar op dat punt is het geen idealisme meer. Dat is het grote probleem van Bern. Teresa slaagt erin een middenweg te vinden tussen haar idealisme en de wereld. Bern niet.’

Boekgegevens

Paolo Giordano, De hemel verslinden, vertaling: Mieke Geuzebroek en Pietha de Voogd, Uitgeverij De Bezige Bij, ISBN: 9789403132600, 496 pagina’s (€ 24,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant,editie 3 december 2018.

Berichten gemaakt 5305

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven