Edwin Fagel: een moderne mysticus

Ik ontmoet Edwin Fagel op de Markt in Gouda onder een breed zonnescherm dat boven het terras hangt van een Italiaans restaurant. De zon schijnt in een wolkeloze hemel, er is amper een zuchtje wind. Nul, Fagels derde bundel, wordt over twee dagen gepresenteerd en is op te vatten als een zoektocht naar zin. Anders dan in eerder werk lijkt de dichter minder een observator: in Nul klinkt een duidelijke stem.

Tijdens de presentatie treden Willem Jan Otten en Maria van Daalen op, vertelt Fagel. ‘Een bundel als Van Daalens De wet van behoud van energie (2007) wilde ik ook schrijven, maar zo’n voornemen lukt nooit. Zelfs als ik denk dat ik een bepaalde richting in ga, gaat mijn poëzie altijd zijn eigen kant op.’

In een recensie van je dichtbundel Uw afwezigheid uit 2007 schreef Erik Lindner dat hij in jouw werk veel van Martinus Nijhoff herkende.
‘Voor mijn gevoel is het een geheel dat zich aan het ontwikkelen is. De vergelijking met Nijhoff was een beetje ingegeven door de manier waarop de uitgeverij de bundel in de markt zette. Eerst keek ik daar een beetje van op, maar ik vond dat uiteindelijk wel kloppen: ook in zijn gedichten zit een mystiek element. Maar zijn mystiek zit dichter bij de katholieke god.’

Waar komt die mystieke toon uit jouw werk vandaan?
‘Net als Nijhoff ben ik katholiek opgevoed, maar beweeg ik daar steeds verder vanaf. Toen ik rond mijn vijftiende het katholieke geloof achter me liet, bleef bij mij de vraag hangen wat er dan wel was. Ik merk dat ik meer naar een eigen invulling zoek, zoals Reve dat deed. Iedereen doet dat. Ook mensen die gelovig zijn, vormen het religieuze naar waar ze zich thuis voelen.’

Zou je je poëzie kunnen duiden als een zoektocht naar de invulling van het mystieke?
‘Het is een zoektocht naar… Tja, het is het handigst om dat het goddelijke te noemen. Het is meer die vraag naar wat we hier moeten. Je kunt je leven maatschappelijk op een bepaalde manier inrichten en zeggen: “mijn leven heeft zin.” Maar wat heeft dat dan weer voor zin? Dáár probeer ik een antwoord op te formuleren.’

Wat opvalt in je bundel is dat er heel veel spiegelingen zijn. Soms komen spiegels heel expliciet voor. Daarnaast nemen personages elkaars rollen over en zijn er thema’s en leidmotieven die veel voorkomen.
‘Dat spiegelmotief komt bij de Vollard Suite van Picasso vandaan. Over deze etsen heb ik geschreven in Schilder en model, een kleine uitgave in een beperkte oplage. In dat werk zie je een schilder een model vastleggen, maar weet je eigenlijk niet wie wie schildert. Je ziet het verschil tussen de maker en het gemaakte niet goed. Als dichter wil je het goddelijke creëren in je werk. Dat maakt van de dichter een schepper en van God, een schepper, het gecreëerde. Zo kijken we naar elkaar.’

omslag nul

Boekgegevens

Edwin Fagel, Nul, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, ISBN 978 90 468 1721 6 (€ 17,50)

Dit artikel verscheen in de Boekenkrant, editie juni 2014.

Berichten gemaakt 5276

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven