De meesterverteller met het rovershart

Op 25 maart 2015 zou Paul Biegel (1925-2006) negentig jaar zijn geworden. Een mooie gelegenheid om deze legendarische kinderboekenschrijver eens in het zonnetje te zetten!

Er was maar één manier om het pikzwarte water over te komen: in het rieten bootje van de dwerg.
‘Dat kost een zoen op je linkerwang’, zei de dwerg grinnikend. Hij had een bochel die hem voorover drukte, alsof hij voortdurend een zware zak op de rug droeg.
‘Goed’, zei het meisje zacht.

In de openingsscène van De tuinen van Dorr herken je direct de pen van Biegel. Fantasie, poëzie, gekte en het bovennatuurlijke, dat de schrijver zelf zo mooi omschreef als ‘tover’. Je voelt de duistere sfeer die van het water uitgaat, maar tegelijkertijd roept de overtocht verwachting op, opwinding. Wat zou er hierna gebeuren? Nadat Mijnewel de overkant heeft bereikt en de dwerg haar wang heeft gemarkeerd met een onuitwisbare zwarte kus, betreedt ze de stad Dorr, waar ze op zoek gaat naar een manier om de behekste tuinmansjongen Jouweniet terug te krijgen.

Mijnewel, Jouweniet, Dorr, Dwergelief, Sirdis, Jarrik, Aljassus. Het zijn namen die niemand ooit eerder heeft gehoord, maar die vlot over de tong rollen en een bepaalde kracht in zich dragen. Biegel wist precies hoe hij de taal moest inzetten om een bepaald effect teweeg te brengen, zo blijkt ook uit de vele liedjes in het verhaal, die nu eens geheimzinnig, dan weer een tikje schunnig zijn. Soms is het verhaal ineens poëzie, bijvoorbeeld wanneer je in een afgrond kijkt die verschrikkelijk ‘steil steil steil’ is. Biegel had maar een paar zinnen nodig om de eenzame, waanzinnige personages in het levenloze Dorr te typeren. De oude Jo wacht op jongemannen die haar allang vergeten zijn, hoteleigenaar Dil blijft de bedden verschonen voor gasten die nooit meer zullen komen, en de pad Glop zit opgesloten in een toren met slechts boeken als gezelschap.

Met al hun fantasie bieden Biegels verhalen een ontsnapping aan de werkelijkheid. Niet alleen voor de lezer, maar misschien ook voor de auteur zelf. Hij worstelde zijn leven lang met zijn homoseksualiteit, die hij vanwege zijn streng katholieke opvoeding maar moeilijk kon accepteren. In een interview met Arjan Visser in Trouw in 2005 zei hij: ‘Hoe kun je nou een begeerte uit je kop zetten? Dat is toch een lachertje! Maar dat neemt niet weg dat ik van alles heb geprobeerd om van mijn liefde voor mannen af te komen.’ Daarnaast kreeg de auteur een grote klap te verwerken toen zijn zoon op 28-jarige leeftijd zelfmoord pleegde. Biegel gaf later aan de beslissing van zijn zoon te respecteren: ‘Hij nam een weloverwogen beslissing. Hij is ervan af. Ik weet nog wat ik dacht: Nou jongen, jij dood? Dan zal ik voor jou ook leven, dan leef ik voor twee.’

Ondanks dat zijn leven niet gemakkelijk was, zag Biegel het schrijven niet als een ontsnapping: ‘O nee, het is zeker niet zo dat ik verhalen verzin omdat de werkelijkheid mij niet mooi genoeg is. Er is helemaal geen reden, er is alleen een drang.’ Die drang leverde meer dan zestig boeken op, die nog altijd veel gelezen worden en een inspiratie vormen voor andere schrijvers. Dit geeft te denken: zouden Biegels verhalen eeuwig houdbaar zijn? Met de ‘tover’ als conserveringsmiddel kan dat bijna niet anders.

We interviewden Lemniscaat-auteur Marco Kunst over de invloed van Biegel op zijn werk. Klik hier voor dit gesprek.

De tuinen van Dorr

Boekgegevens

Paul Biegel, De tuinen van Dorr, illustraties Charlotte Dematons, Uitgeverij Lemniscaat, ISBN 978 90 477 5011 6 (€ 15,95)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2015

Berichten gemaakt 5283

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven