De hemel boven Parijs

Op haar twaalfde wist Bregje Hofstede (1988) al dat ze schrijver wilde worden. Ze kwam er vrij snel achter dat je dat niet in je eentje kunt bedenken en dat andere mensen het daarmee eens moeten zijn: een uitgever en lezers. Daarom besloot ze eerst Frans en kunstgeschiedenis te gaan studeren. Deze studies brachten haar naar de stad waar haar debuutroman De hemel boven Parijs zich afspeelt.

In het boek raakt de comfortabele routine van Olivier, professor in de kunstgeschiedenis aan de Sorbonne, ontwricht wanneer zijn baas hem vraagt om als mentor van een uitwisselingsstudente op te treden. De stugge Nederlandse Fie rakelt een geschiedenis op die Olivier had willen vergeten, maar die tegelijkertijd het kostbaarste is wat hij bezit.

Waar ligt de kiem voor dit verhaal?
‘In Parijs, waar ik in 2010 studeerde. Het is een mooie, maar ook ongenaakbare stad waar ik weemoedig van werd. Parijs is een openluchtmuseum, niks verandert daar. Dat raakte me. Dat gegeven heb ik vertaald naar mijn hoofdpersonage Olivier.’

Olivier is de personificatie van Parijs?
‘Ja, en daarbij kwam dat ik op een dag een man tegen een jongen hoorde zeggen: “Ik wou dat je mijn zoon was.” Dat vond ik zo’n aparte emotie. Wat is dat dan voor relatie? Uit dat gegeven is het tweede personage Fie geboren.’

In het boek staan twee essays van Fie die gaan over kunstenaars diehet maken van een meesterwerk uitstellen uit angst voor mislukking. Jij debuteert zelf op je vijfentwintigste en publiceerde eerder verhalen en essays.
‘Ik was 21 toen ik begon aan dit verhaal. De vraag hoe ik mijn leven moest aanpakken was toen heel actueel. Voor mijn gevoel gaat dit boek over mensen die bang zijn te mislukken en de vele manieren die er zijn om dit op afstand te houden. Je kunt ruimte om je heen verzamelen door je niet vast te leggen. In de liefde bijvoorbeeld, door te denken: ik ben nog jong, ik wacht tot er iets beters langskomt. En dat voelt dan fijn. Maar op een gegeven moment wordt het vermijden van de mislukking de allergrootste mislukking, omdat je nergens aan begint.’

Is je boek een pleidooi voor verbinding, aan iemand, aan iets?
‘Het boek is niet per se een pleidooi voor het een of het ander. Ik probeer zelf wel “ja” te zeggen in mijn werk en ook in de liefde. Mijn personage Olivier doet het uiteindelijk ook, maar onder dwang. En Fie op een heel  paniekerige manier.’

[quote]Voor mijn gevoel gaat dit boek over mensen die bang zijn te mislukken en de vele manieren die er zijn om dit op afstand te houden.[/quote]

Hoe beïnvloedt je liefde voor beeldende kunst je schrijven?
‘Ik was op een dag in een museum voor moderne kunst in Parijs en keek naar een gigantische muurschildering van Matisse, vol dansende blauwe vrouwen. Ik vond het zo mooi: de simpele figuren, de heldere kleuren, de dikke lijnen. En dat hij alle details achterwege had gelaten. Zo wil ik het qua stijl, dacht ik toen en vervolgens ben ik flink gaan schrappen in eerdere versies. Daarom vind je Matisse op de eerste pagina.’

Hoe verliep het schrijfproces?
‘Ik ben in 2010 begonnen met het schrijven van dit verhaal, maar heb het na een tijd weggelegd omdat ik het niet goed genoeg vond. Mijn vriend vond het een aantal jaren later op zijn computer en zei dat het helemaal niet zo slecht was. Toen heb ik meer dan de helft geschrapt en ben ik opnieuw begonnen. Daarvoor had ik ook al een boek geschreven dat ik nu mijn oefenboek noem. Eigenlijk is dit al mijn tweede boek.’

Welke schrijvers lees je zelf graag?
‘Als kind vond ik de teksten van Homerus erg mooi om hun metrum. Imme dros heeft me sterk beïnvloed omdat ik haar boeken als kind graag las. De Nederlandse hexameter. Maar ik lees ook graag Virginia Woolf, de Brontë sisters, Hemingway, en Jane Austen. Ik hou van heldere en ritmische taal. Ik lees mijn teksten daarom hardop voor terwijl ik ze schrijf.’

Op je blog citeerde je Pessoa: ‘The fact that I’m going to be published is going to change my life.’ Waarom heb je dat citaat uitgekozen?
‘Ik heb eerder al wel verhalen gepubliceerd, maar met een roman staat er zoveel meer op het spel. Laatst liep ik een boekhandel binnen en de boekhandelaar herkende me en zei dat hij halverwege mijn boek was. Toen dacht ik alleen: o nee, nu weten ze het. Het is anders wanneer je schrijft voor de lade in plaats van voor de lezer. Ik hoop dat ik de vrijheid om te schrijven niet kwijtraak, dat het derde oog niet gaat overheersen. Aan de andere kant heb ik altijd geschreven, het is zo’n duidelijke wens dat ik het toch wel blijf doen.’

5 Bregje Hofstede Cover

Boekgegevens

Bregje Hofstede, De hemel  oven Parijs, Uitgeverij Cossee, ISBN 978 90 593 6497 4 (€ 19.90)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie 1 september 2014.

Berichten gemaakt 5302

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven