Boekfragment: Stormwachter

Arranmore. Het was precies zoals Fionn het zich had voorgesteld: een onbeduidende vlek aan het eind van de wereld. De perfecte plek om zijn ziel te laten sterven.

PROMOTIE – Als Fionn Boyle samen met zijn zus Tara naar het afgelegen eiland Arranmore gestuurd wordt om er de zomer door te brengen bij hun zonderlinge opa die ze nauwelijks kennen, rekent Fionn op een lange, saaie vakantie zonder spannende avonturen. Maar niets is minder waar…

Vlak na middernacht schoot Fionn overeind in zijn bed met een gil die vastzat in zijn keel. Hij veegde het zweet van zijn voorhoofd en liet zijn blik door het benauwde hok glijden waar Tara en hij samen sliepen. Tara draaide zich zuchtend op haar andere zij.
Fionn gleed uit bed en liep naar de gang, waar hij zijn vingers langs de planken vol kaarsen liet glijden. Het gesnurk van zijn opa ronkte door het huisje.
In de woonkamer zag Fionn tot zijn verbazing dat de grote kaars op de schoorsteenmantel nog aan was. Vreemd, was dat niet nogal brandgevaarlijk?
Zijn blik werd naar een plank in een hoekje van de kamer getrokken, waar een donkerblauw kaarsje achter allerlei andere kaarsen verstopt stond. Het etiket glansde in het donker.
Evelyn, stond erop.
Fionn ging op de stoel van zijn opa staan en pakte de kaars van de plank. Waarom had zijn opa een kaars naar Fionns moeder vernoemd? En waarom was die in zo’n ver hoekje verstopt?
Fionn sprong van de stoel en ontdekte een luciferdoosje op de rand van de schoorsteenmantel. Hij stak de lont aan, die met een zachte woesj vlamvatte. De geur zweefde om hem heen: snelle passen over vochtige aarde, gras tussen tenen, een snijdende, meedogenloze wind. En daaronder twee soorten zout: warme tranen in een ijskoude zee.
Wat gebeurde er?
Fionn hield de brandende kaars in zijn hand terwijl een bedrieglijke bries onder de voordeur door glipte en zich om hem heen krulde.
De wind duwde tegen zijn rug.
Lopen, zei een stem in zijn binnenste.
Hij liep voorzichtig de nacht in.
Deze kant op.
De lucht flikkerde terwijl hij erdoorheen ploeterde en de wind duwde hem steeds harder voort, tot hij zo hard rende dat zijn voeten nauwelijks nog de grond raakten. Hij merkte niets van de ruwe grond die zijn blote voeten openhaalde of de kou die door zijn pyjamabroek drong.
Toen de wind eindelijk ging liggen, bleef Fionn op de rand van het strand staan kijken naar de steeds dreigender wordende zee.
Plotseling zag hij iets. Midden in de zee stond een meisje. De maneschijn danste op haar kruin en haar donkere haar viel in warrige, zwiepende strengen op haar rug.
Fionn sprong over het muurtje en rende het strand op. De paniek gierde door zijn keel.
‘Tara!’

Boekgegevens

Catherine Doyle, Stormwachter 1. De kaarsenmaker van Arranmore, vertaling: Maria Postema, Uitgeverij Fantoom, 352 pagina’s (€ 17,99)

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven