Boekfragment: Kan Dr. Proktor Kerstmis redden?

Een slee, vliegende rendieren, wat tijdzeep en natuurlijk schetenpoeder… dat is alles wat Dr. Proktor nodig heeft om de Kerstman te vinden en het kerstfeest te redden!

Dit verhaal begint op de middag van de laatste zondag voor Kerstmis, tegen de avondschemering. Heel Noorwegen was bedekt met een dikke laag sneeuw, en vooral Oslo, en helemaal vooral de Kanonweg en helemaal helemáál vooral het gekke, scheve, blauwe huis aan het eind van de straat. Het was echt de hoogste tijd dat iemand het pad schoonveegde dat van de voordeur, langs de met sneeuw bedekte perenboom, naar het tuinhek liep. Woonde daar niemand? Jawel, toch wel, er liepen grote en kleine voetsporen tussen het hek en de voordeur, er brandden kaarsen achter de bevroren ramen en er kringelde rook uit de schoorsteen. Aan de keukentafel zat een buurmeisje dat Lise heette. Ze staarde dromerig voor zich uit en luisterde naar Juliette, de lieve mevrouw die in een pan stond te roeren en een romantisch kerstverhaal vertelde over twee geliefden die elkaar hadden,kwijtraakten en uiteindelijk toch nog kregen op kerstavond.

‘Ik ben dol op romantische verhalen die verdrietig zijn in het midden,’ zei Lise meteen diepe zucht. ‘Vooral als ze ook een beetje griezelig zijn.’ Juliette Margarine lachte en schonk nog wat melk in de pan. ‘Dat komt doordat je hier gezellig binnen in de warmte zit en niet buiten tussen de enge, onzichtbare wezens die rondsluipen in de dagen voor kerst, mademoiselle Lise.’ Precies op dat moment hoorden ze de scharnieren van de deur in de gang piepen en waaide er een koude windvlaag de keuken in. Ze keken elkaar aan. Er was iemand – of iets – binnengekomen. Krakende voetstappen klonken op de houten vloer van de gang. ‘Eh…w-wie is daar?’ vroeg Juliette met trillende stem. Er kwam geen antwoord. ‘Wie…’ begon Juliette, maar toen sloeg ze verschrikt haar hand voor haar mond. Er verscheen iets angstaanjagends in de deuropening. Het was een stapel brandhout. Een stapel klein gehakte blokken berkenhout die twintig centimeter boven de grond zweefde. ‘O, nee, een zwevende stapel brandhout!’ jammerde Juliette. ‘Wat wil je van ons, onschuldige, weerloze vrouwen?’ ‘Eten!’ zei de stapel brandhout. ‘Mon Dieu!’ zei Juliette, want ze is Frans en ‘mon Dieu’ betekent ‘mijn God’. ‘Wil je ons allebei op eten of heb je genoeg aan die kleine? Wil je het hele huis opeten, of wil…’ ‘Ik wil rijstepap eten!’ zei de brandstapel. ‘Ga hier dan maar bij de kachel zitten,’ zei Juliette en toen draaide ze zich weer om naar de pan. De stapelbrandhout zweefde naar de knappende kachel, viel met veel kabaal in de mand en erachter vandaan kwam een ongewoon klein jongetje tevoorschijn, met een nog kleiner wipneusje en de kleinste sproetjes die je ooit hebt gezien. Hij sloeg de sneeuw van zijn trui en plukte splinters berkenhout uit zijn vuurrode haar en zijn piepkleine oortjes. ‘Honger, Bulle?’ vroeg Lise. ‘Honger?’ zei het piepkleine jongetje terwijl hij zijn neus afveegde aan de mouw van zijn trui. ‘Ik zal je even uitleggen…’ ‘O, nee hè,’ mompelde Lise.

Boekgegevens

Jo Nesbø, Kan Dr. Proktor Kerstmis redden?,Illustraties: Georgien Overwater, Vertaling: Femke Muller, Uitgeverij Lemniscaat, ISBN: 9789047709961 (€16,95)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie 3 december 2018.

Berichten gemaakt 5302

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven