Boekfragment: Het kangoeroemanifest

Ze zijn er weer! In het vorig jaar verschenen De kangoeroekronieken maakten we kennis met Marc-Uwe Kling die een communistische, maatschappijkritische kangoeroe als overbuurman kreeg.

De kangoeroe staat met een schort voor zijn buidel in de keuken koekjes te bakken. Ik assisteer. De kangoeroe steekt koekjes uit in de vorm van een hamer en kneedt vanillesikkeltjes. Verder maakt hij met frambozenjam bestreken rode sterren. Na lang delibereren heb ik erdoor weten te drukken dat ik ook een paar met pruimenmoes bestreken zwarte sterren mag maken. De kangoeroe waagt zich ondertussen aan de productie van kersenbonbons.
‘Weet je zeker dat er zoveel wodka in moet?’ vraag ik.
‘Ik zeg maar zo,’ zegt de kangoeroe, ‘juist met kerst geldt: wie visioenen wil hebben, moet niet bezuinigen op verdovende middelen…’
Ik schuif mijn sterren in de oven.
‘Heb je eigenlijk al een cadeau voor mij?’ vraagt de kangoeroe zonder blikken of blozen.
‘Hoezo?’ vraag ik.
‘Overmorgen is het kerst, hè!’
‘Je gelooft helemaal niet in God & Co.’
‘Ja, dus?’ vraagt de kangoeroe.
‘Dan ook geen cadeautjes.’
‘Niet grappig,’ zegt de kangoeroe. ‘Alsof het één iets met het ander te maken heeft.’
Hij lepelt de rest van de frambozenjam uit de pot.
‘Maar nu even serieus,’ zegt hij. ‘Heb je al een cadeau voor mij?’
‘Misschien wel,’ zeg ik. ‘Misschien niet.’
‘Pfoe, ik heb ook misschien wel een cadeau voor jou. Maar misschien ook niet.’
‘Ik krijg van jou zo’n melkopschuimertje,’ zeg ik.
‘Hoe weet jij dat?’ vraagt de kangoeroe verrast.
‘Je hebt dat ding twee dagen naast het koffiezetapparaat laten liggen voor je hem hebt ingepakt.’
‘Nu jij weet wat ik aan jou geef, moet jij mij ook vertellen wat jij aan mij geeft.’
‘Ik denk dat ik je een portemonnee geef.’
‘Je geeft me met andere woorden dus een geldbuidel?’ vraagt de kangoeroe. ‘Nou, geweldig. Als ik een vogel was, zou je me dan een vliegticket geven? Ik heb geen buidel nodig!’
‘Tja,’ zeg ik, ‘en ik drink mijn koffie altijd zwart!’
‘Maar ik niet!’ moppert de kangoeroe.
‘Tja,’ zeg ik, ‘en mijn portemonnee valt bijna uit elkaar.’
‘Poeh, dan breng ik die melkopschuimer mooi terug en dan krijg jij helemaal niks.’
‘Poeh,’ zeg ik, ‘maakt voor mij geen verschil.’
Zwijgend zitten we tegenover elkaar. De kangoeroe staat op, loopt naar de koelkast en trekt een pak yoghurt open.
‘Het is eigenlijk niet goed om zo laat nog zuivel te eten,’ zeg ik.
‘Echt?’ vraagt de kangoeroe. ‘Waarom?’
‘Geen idee,’ zeg ik. ‘Verzin ik ter plekke.’
‘Wat?’
‘Nja, er viel zo’n ongemakkelijke stilte, en zulk soort dingen zeggen mensen dan altijd.’

TWEE DAGEN LATER

De kangoeroe staat al onheilspellend wankel op de poten, maar gooit desondanks zijn zoveelste kersenbonbon in zijn mond. ‘Ik wijd dit verrukkelijke baksel aan Johannes de Sloper!’ roept hij. ‘Uitvinder van de glühwein – leid ons in verzoeking! Proost! En nu uitpakken!’
‘Hier!’ zeg ik. Ik geef de kangoeroe zijn cadeau.
‘Hier,’ zegt de kangoeroe. ‘Ik heb ook iets voor jou.’
Voortvarend pakt de kangoeroe zijn cadeau uit. ‘Een melkopschuimer!’ roept hij. ‘Goed idee, ouwe.’
Ik pak mijn cadeau uit. ‘Een melkopschuimer,’ zeg ik. ‘Nou, fantastisch.’

Boekgegevens

Marc-Uwe Kling, Het kangoeroemanifest, vertaling: Elbert Besaris, 272 pagina’s (€ 17,90)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2019.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven