Boekfragment: Het ensemble

Vier jonge, ambitieuze musici besluiten hun solocarrière op te geven om samen het Van Ness-ensemble te vormen. Jana speelt eerste viool en is de onbetwiste leider van het strijkkwartet. Vanaf het allereerste begin rijst de vraag: gaan ze het samen redden in de meedogenloze wereld van de klassieke muziek, of moet ieder zijn eigen weg volgen?

San Francisco
Mei 1994

JANA
Eerste viool

Het is een liefdesgeschiedenis, had de beroemde violist gezegd en hoewel Jana wist dat het niet klopte, waren dat de woorden die door haar hoofd speelden toen ze op het podium zat en begon te spelen. De beroemde violist, Fodorio, had het strijkkwartet eerder die week een masterclass gegeven, en dit waren zijn woorden geweest na een volledige doorloop van Dvořáks Amerikaanse suite – een stuk dat volgens Jana allesbehalve een liefdesgeschiedenis was. Daar zaten ze dan, de leden van het Van Ness Quartet, bezig aan de laatste repetitie voor hun afstudeeroptreden aan het conservatorium. Ze zetten de eerste, sprankelende maten in van het eerste deel, en zij kon slechts denken, voor zover er al sprake was van denken: misschien was het toch een liefdesgeschiedenis.
Het was een liefdesbrief aan het land, had ze begrepen tijdens de lessen. Dvořáks kijk – gevormd door het Europese platteland – op Amerikaanse volksmelodieën. Maar hoe kon iemand dit voor een liefdesverhaal aanzien? Het kwam Jana voor als iets veel klassiekers: iemand valt voor de droom van een bepaalde plek, van een bestaan dat hij daar zou kunnen leiden, van iets wat niet is maar wel zou kunnen zijn. Waar het om ging, was de sprankeling, die haast zichtbare trillingen vlak boven het hete asfalt van dat bestaan. Mogelijkheden, ambitie, successen. De beroemde violist die hen had gecoacht – Fodorio, ze kon zijn naam niet eens uitspreken – was helemaal niet zo geweldig, zeker niet in lesgeven. Dat zou Jana hem nooit recht in zijn gezicht zeggen, maar diep vanbinnen vond ze het heerlijk om op hem neer te kijken. Wat wist hij nou helemaal? Zelf wist ze het volgende: Dvořáks Amerikaanse suite ging over de vele kansen die Amerika bood, en als íémand verstand had van kansen, kansen zien en kansen benutten, dan was zij het wel. Tegen de tijd dat Henry’s altvioolsolo drie maten later inzette, had ze weer besloten: nee, het was echt geen liefdesgeschiedenis.
Het is een liefdesgeschiedenis – dat was niet wat Henry had meegekregen van de masterclass, en het was al helemaal niet wat er door zijn hoofd speelde toen hij in de derde maat de speelse Amerikaanse melodie introduceerde. Wat zich in Henry’s hoofd had vastgezet was iets heel anders, namelijk Fodorio’s woorden toen hij Henry zijn kaartje had overhandigd, op het moment dat Henry zijn altviool in de koffer legde. Bel me zodra je inziet dat de wereld van het kwartet niets voor je is, had hij gezegd. Ik kan een paar recitals voor je regelen, bij de juiste mensen in New York. Je zou een fantastische solocarrière kunnen beginnen. Zonder een woord te zeggen had Henry het kaartje aangenomen en het in het fluwelen vakje van zijn vioolkoffer gestopt, waar het nog steeds zat. Maar ook daar liet het kaartje hem niet met rust. Zodra je inziet dat de wereld van het kwartet niets voor je is – alsof Fodorio al had bepaald dat het niets was voor Henry, en domweg wachtte totdat Henry dezelfde conclusie zou trekken. Maar Henry trok geen enkele conclusie. Dat deed hij nooit, jong als hij was, gezegend als hij was met het soort talent dat hem de grote beslissingen des levens uit handen nam.

Boekgegevens

Aja Gabel, Het ensemble, vertaling: Nicolette Hoekmeijer, Uitgeverij Ambo|Anthos, ISBN 9789026340512 (€ 21,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant editie 5 november 2018.

Berichten gemaakt 5283

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven