Boekfragment: De jongen onder water

Timon Titus (ja, echt!) heeft nog nooit van zijn leven gezwommen. Het is dus logisch dat hij er enorm tegenop ziet als hij met school moet zwemmen.

‘Timon William Titus! Je mankeert helemaal niets. Je bed uit, en wel nu meteen!’ ‘Maar ik ben ziek!’ ‘Nee, dat ben je niet! Je hebt geen koorts en je keel ziet er volkomen normaal uit.’ ‘Niet. Het doet vreselijk pijn. Het…’ ‘Hier hebben we het al eerder over gehad, Timon. Als je een dag verzuimt van school, moet je écht ziek zijn. Ik geef vandaag Kliederkunst en als ik dat afzeg om voor jou te zorgen, krijg ik niet betaald. Zo simpel is het.’ Kliederkunst is iets wat mijn moeder op maandagochtend doet met peuters in het zaaltje bij de kerk. In de vakanties moet ik ook mee, en ik kan alleen maar zeggen dat mijn moeder waardeloos is in het bedenken van namen. Kliederkunst zou eigenlijk ‘Kliederende, krankzinnige ukkies gaan door het lint’ moeten heten. Maar toen ze dat zei, slaakte ik een zucht. Ik weet hoe hard mijn moeder werkt en dat we elke cent nodig hebben. Aan het begin van de maand gaat ze zitten rekenen op een papiertje. Ik heb er een keer een gevonden en heb de rijtjes met cijfers bekeken. Ik ben goed in rekenen, en het kostte weinig tijd om erachter te komen dat mijn moeder, na aftrek van geld voor eten en schoolmaaltijden, gas, elektriciteit en gemeentebelasting, een bedragje dat ze opzij zette voor school-schoenen en nog een heleboel andere dingen die me niet leuk leken, op de kop af negen pond en drieënveertig pence overhield. En er stond niets op het lijstje dat ze zelf misschien had gewild.

‘Opstaan!’ riep ze, en ik zuchtte maar eens. Het eerste wat me opviel was de geur. Die prikkelde in mijn neus. Toen het geluid. Meteen toen juf Phillips de deur van het sportfondsenbad openduwde, hoorde ik het: luid, weergalmend en een beetje onecht. Gelach, stemmen, een stromende waterslang, een rinkelende telefoon. Het gekke was dat het verder niemand leek op te vallen. Maar ik was onder de indruk van het hoge plafond en het felle licht. Het was net alsof je binnenstapte in een reusachtige droom. Daarna, toen we door de hal liepen, zag ik gedaantes bewegen aan de andere kant van die gigantische ramen. En toen zag ik het voor het eerst: het zwembad.
Mijn maag draaide zich om. Het zweet prikte op mijn voorhoofd. Ik bleef stokstijf staan, en van achteren botste er iemand tegen me op, zodat ik viel. Ik stond op en kon niets anders doen dan door het glas staren naar de enorme blauwe vlakte die voor me lag te glinsteren. Mijn ogen werden zo groot als frisbees en ik besefte dat ik het niet kon. Echt niet. Ik zou het gewoon aan juf Phillips moeten vertellen. Opbiechten. Ik schudde mijn hoofd en wist niet eens of ik nog wel een stap zou kunnen verzetten, tot ik zag wie me omver had gelopen.

Boekgegevens

Adam Baron, De jongen onder water, vertaling: Anneke Bok, illustraties: Benti Davies, Uitgeverij BILLY BONES, ISBN: 9789030504085, 200 pagina’s (€ 14,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie 3 december 2018.

Berichten gemaakt 5302

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven